Column: Altijd het beste en veiligste voor je kindje
Hanneke Hendrix schaart zichzelf als ouder van een peuter in de categorie ‘doet ook maar wat’ en is niet te beroerd om te beschrijven hoe ze door de wondere wereld van buggy's, kinderdagverblijven, zetpillen en banaan heen struikelt.
‘Maar nu kom ik dus thuis van mijn zwangerschapsclubje met een hele lijst spullen die ik moet gaan aanschaffen,’ roept vriendin P. door de telefoon. ‘Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen.’ ‘Wat staat er allemaal op dan?’ vraag ik.
Lees ook: Column: JA-HAAAAAAAA
‘Stopcontactplaatjes, ladehaakjes, traphekjes, medicijnkastje met sleutel.’
‘Dat klinkt toch allemaal logisch? Hebben wij hier ook allemaal.’
‘Deurstoppers, tafelhoekkussentjes?’
‘O. Ja, nee, die niet.’
‘Heb jij een rekje voor het fornuis staan?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zeg ik.
‘En voor de houtkachel?’
‘Nee, ook niet. Maar de dochter noemt de kachel altijd de “heet”. Dus die past wel op. O, en het is een dubbelwandige, hoor. Dus ze blijft er niet aan plakken.’
‘En die zitjes zijn allemaal zo duur. In de auto, op de fiets, alles kost honderden euro’s als je het beste wil voor je kindje.’
‘Dat kan toch ook gewoon tweedehands?’ zeg ik.
‘Ja, maar dan weet je toch niet of het veilig is?’
‘Veilig, veilig,’ zeg ik.
‘Veiligheid is een illusie. De man zegt altijd bij onze tweedehands spullen: “Optimaal getest door vele voorgangers”.’
Ik hoor een potlood over papier gaan, aan de andere kant van de lijn.
‘Schrijf jij nou mee?’ zeg ik. ‘Echt, je moet wat mensen zeggen minder serieus gaan nemen. Wat weet ik er nou van?’
‘Ze hadden tegen Pleunie in de winkel gezegd wanneer een kindje op de achterbank van de auto in een slecht kinderzitje wordt vervoerd, het 30% meer kans heeft op ernstig letsel en zelfs 50% meer kans op doodgaan.’
‘Bij een ongeluk?’ vraag ik. ‘Of überhaupt?’
Het is even stil aan de andere kant van de lijn.
‘Dat heeft ze niet gevraagd, volgens mij.’
‘En wanneer is iets een slecht kinderzitje?’ zeg ik. ‘Als je het niet bij hen in de winkel koopt, zeker.’
Ik schrik.
Ik hoor gewoon mijn vader praten
Lees ook: Column: Het wordt beter
Uiteindelijk worden we allemaal onze ouders, of we dat nou willen of niet. Ik werd vroeger gewoon los op de achterbank gegooid. Of erger nog: los in de kattebak, als mijn broers en hun vrienden met z’n vijven op de achterbank werden gepropt. Dat kan ik trouwens iedereen aanraden: een ouwe Fiat Panda aanschaffen. Ooit bracht mijn moeder daarin drie vriendinnen, mij én twee fietsen heelhuids van Grubbenvorst naar Venlo. Eentje hield achterin tussen voorstoelen en dichtgeklapte bank de twee fietsen vast, de andere drie zaten op de voorstoel en onder het dashboard. We kwamen daarbij ook bijna om door de uitlaatgassen die door de open klep naar binnen kwamen, maar er was weinig wat een opengedraaid raampje niet kon oplossen, voor degenen die óp iets zaten. De twee onder het dashboard hadden voldoende aan een sjaal voor de mond. En zo kwamen we altijd wel ergens. Ik zou het zo weer doen. Sterker nog, ik doe het allemaal al. Wij hadden vroeger thuis ook houtkachels zonder afhekking, een tafel zonder stootkussens en een schommel zonder rubbertegels.
‘Weet je,’ zeg ik. ‘Ik denk niet dat ik de juiste persoon ben om over zulke dingen advies te vragen.’
‘Ja, maar wat zal ik nou doen?’ vraagt P. ‘Alles gewoon maar aanschaffen?’
Ik denk na. Wat zou mijn vader hebben gezegd?
Dan weet ik het.
‘Weet je wat ik zou doen?’ zeg ik.
‘Nee?’
‘Ik zou een ander zwangerschapsclubje nemen.’
Zo. Dat is het enige advies dat ik heb. En voor de rest bel ik wel even naar mijn ouders.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix