Hanneke: 'Vroeger is een paradijs waar niemand de sleutel van heeft'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
De vrouw aan de bar drinkt haar koffie met een zuinig mondje. Je kunt zien dat ze eigenlijk naar buiten wil gaan om te roken, maar buiten waait de regen horizontaal voorbij. Probeer dan maar eens je sigaret aan te krijgen. Ze friemelt aan haar pakje sigaretten en kijkt steeds over haar schouder naar het raam om te controleren of het niet toevallig in de afgelopen halve minuut buiten droog is geworden.
Lees ook: Hanneke: 'Je hoort mijn dochter denken: wat de hel is een kotelet?'
'Drinken mensen hier nu veel meer verse jus d’orange? Met de corona en alles?' vraagt ze plots aan de barman, alsof er een startschot klonk en ze de hele tijd daarvóór heeft gebruikt om na te denken.
'Vroeger vond niemand dat erg, dat dat spul altijd uit een flesje kwam,' zegt de vrouw, niet van plan om een antwoord af te wachten. 'Of uit een pak. Vroeger heette dat spul gewoon sinaasappelsap.'
'Ik heb geen idee,' zegt de barman norsig. 'Ik weet alleen dat het een uur kost om een glaasje voor een gast te persen. Dat was vroeger zo en dat is nu ook zo.'
'Vroeger,' zegt de vrouw bits.
Vroeger is een paradijs waar niemand de sleutel van heeft. De barman haalt zijn schouders op.
'Ik heb vroeger in de kroeg gewerkt,' zegt de vrouw, 'en wij hadden gewoon een ketel water op een pitje en een pot met nescafé.'
Ze kijkt weer over haar schouder.
'En veel tomatensap,' zegt ze. 'Iedereen dronk toen tomatensap. Tomatensap met een tik erin. De mensen waren toen veel minder dik.'
'En toen ging je van roken nog niet dood,' zeg ik.
Lees ook: Hanneke: 'Ik lieg niet tegen de dochter, maar ik besluit te zwijgen'
Ze kijkt me aan. Het is even stil. Ze kijkt weer over haar schouder. Het is een wonder, maar het is gestopt met regenen. 'Vroeger was dat twee gulden,' zegt ze, terwijl ze een muntstuk van twee euro over de bar schuift.
Ze zet nóg een keer haar kopje aan haar mond en gooit haar hoofd achterover. Ze slurpt. Ik denk aan mijn moeder die de plastic zakjes afwast en aan de waslijn hangt te drogen. De mevrouw knikt naar me terwijl ze het kopje neerzet en loopt de deur uit. Buiten zie ik haar schaduw door het glas-in-lood van de voordeur. Een rookpluim waait voorbij. Ik heb zin in verse jus. Ik ga maar eens een verse jus bestellen. Als ik durf.
Lees hier meer columns van Hanneke.