Hanneke: 'Ik had nog helemaal niet gehuild om de dood van mijn vader'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone. Dit is de laatste column die Hanneke voor &C Magazine schreef. Gelukkig kun je haar columns nog wel online blijven lezen.
Vorige week overleed mijn vader. Je merkt ineens dat je geen twintig meer bent als je jezelf tegen mensen dingen als ‘ja, hij lag al een tijd slecht’ en ‘gelukkig heeft hij geen jaren in het verzorgingstehuis hoeven wonen’ hoort zeggen. Dit gezegd hebbende, wat je jezelf dan dus niet hoort zeggen is dat je vader een rare knakker was. Een man die nooit veel zei. Een kruising tussen een brombeer en een schemerlamp, zeiden mijn broers en ik weleens. Ik weet niet of je de term fermenteren kent, maar tegenwoordig fermenteert half Nederland zich een slag in de rondte. Het is zelfs zo hip dat ik onlangs bij Jumbo zag dat ze kombucha verkochten. Ik moest toen gniffelen. Bij ons stonden in 1989 de flessen kombucha al in de koelkast. Alleen heette het zwammenthee.
Lees ook: Hanneke: 'Er zijn kinderen op de wereld die helemaal geen eten hebben'
Ook aten wij al ruim voordat Albert Heijn het verkocht en al ruim voordat Robèrt van Beckhoven workshops erover gaf desemspeltbrood. En dan écht desemspeltbrood, niet dat laffe fluffy brood dat ze tegenwoordig desem noemen. Nee, ons brood was zo hard dat je het zo ongeveer met een decoupeerzaag moest snijden. Ik wist dat ik een dochter van mijn vader was toen ik in een ouderwetse natuurvoedingswinkel aan het meisje achter de kassa het verschil tussen bruin- en volkorenbrood aan het uitleggen was. Mijn vader had een bovenmatige interesse in zaken uit de natuurvoedingswinkel en macrobiotiek. Dat vond ik als kind vreselijk, maar nu vind ik het gaaf. Een echte early adapter. En zo kwam het dat wij in de jaren negentig al falafel aten. Alleen noemden we dat geen falafel, maar kikkererwtenballen.
Een periode kregen we zelfs misosoep bij het ontbijt, en we aten altijd, maar dan ook altijd seizoensgroente. Ook op de pizza. De volkorenpizza met erwten en sperziebonen is een klassiek verhaal in onze vriendengroepen. Dat was waar ik wél gesprekken met mijn vader over had: over koken, over wat er in een bepaalde saus zat. Dan stond ik naast hem in de keuken en moest ik proeven. Zout, peper, foelie, dragon, melk, boter, bloem.
Lees ook: Hanneke: 'Ik wilde een hap uit de tafel bijten van ergernis'
Ik schepte altijd graag op over mijn vaders appeltaart, velen van jullie zullen weten dat mijn vader de lekkerste appeltaart bakte. Nu zou ik kunnen schrijven: en dat recept is met mijn vader mee het graf ingegaan. Maar ik heb dus een jaar of tien geleden eens gevraagd naar het recept. Toen keek hij op van zijn krant en zei verbaasd: ‘Míjn appeltaart?‘ ‘Ja, jouw appeltaart,’ zei ik. ‘Nou,’ zei hij. ‘Dat is gewoon het recept op de zijkant van het pak bloem.’ En dat is wel een beetje hoe het zit: toen ik de dag na zijn dood thuiskwam nadat ik de dochter naar school had gebracht, hing er een tasje aan de deur. Van een vriendin uit het dorp. En ik had nog helemaal niet hoeven huilen om de dood van mijn vader. Maar toen ik in het tasje een taartje zag, moest ik huilen. En misschien is dat het: je kunt dus prima communiceren via een taartje. Ook al is het maar het recept van de zijkant van het pak.
Deze column staat in het juninummer van &C 'Lekker sportief' die nu te koop is in de winkels en in &C Webshop. En lees hier meer columns van Hanneke.