Column: Lust ik niet!
Hanneke Hendrix beschrijft de kleinigheden in haar leven als kersverse ouder. En vooral het falen in dat kader of de spreekwoordelijke 'roze muur' waar ze steeds tegenaan loopt.
‘Jade is er ook,’ fluistert de beste vriend door zijn tanden als hij de deur voor me opendoet.
‘O,’ kreun ik. ‘Ik ga weer hoor.’
‘Jij blijft hier,’ zegt hij, en sleurt me naar binnen.
Ik heb een hekel aan Jade. Ik weet niet waarom mijn beste vriend bevriend met haar is. Hij weet het zelf eigenlijk ook niet, zei hij onlangs. Maar goed, Jade is er dus. Haar zoon zit op de rechtsdraaiende biologische basisschool om de hoek.
Als ik eenmaal zit, babbelen we wat over de kinderen.
‘Dan eet ze de ene dag een volwassen portie pasta,’ zeg ik. ‘Maar de volgende dag wil ze exact hetzelfde gerecht niet meer. Dan is het ineens “beh” en huilen. Wonderlijk vind ik dat.’
‘En wat doe je dan?’ vraagt Jade.
‘Pas op met antwoorden, Hendrix!’ zegt de beste vriend, terwijl hij de kamer uitloopt om thee te gaan zetten.
‘Dan moet ze gewoon achter haar bord blijven zitten. Als ze echt honger heeft, dan eet ze het toch wel. Of ze het nou lekker vindt of niet.’
‘Iemand een tosti?’ roept de beste vriend met zijn hoofd om de deur.
‘Joe!’ zeg ik.
Jade hoeft niet, want: kaas. De beste vriend verdwijnt weer.
‘Tja, dat eten… wat een gedoe,’ zegt Jade.
Ik knik geïnteresseerd. Zie je wel, we hebben heus overeenkomsten. Ook al doet zij aan natuurlijk ouderschap, of zoals ze het zelf noemt: ouderschap zonder fratsen, en ik aan ik-doe-maar-wat-ouderschap. Jade denkt vast dat ik mijn kind nooit knuffel en haar de hele nacht in een geluidsdichte kamer laat huilen, terwijl ik rokend, met een fles wijn en oordoppen, in bed lig te stinken.
‘Thomas heeft mondangst,’ zegt Jade ineens.
‘O,’ zeg ik. ‘Oké.’
‘We zijn al bij specialisten geweest en ik heb hem coaching gegeven in kokhalzen. Rustig blijven, ademhalen, neus dicht houden. Maar hij eet nog steeds heel slecht. Ja, van een monkey plate.’
‘Een monkey plate?’ zeg ik.
‘Maar dan eet hij alleen de aardappels. Of de rozijnen.’
Jade praat verder. Over het grote bed dat ze hebben, de drukte op school, de broodintolerantie, alles komt eruit.
Ik vind het altijd wonderlijk dat mensen die steeds zeggen dat ze ouderschap zonder fratsen bedrijven, juist met heel veel fratsen de dag door moeten. De enige ouders die ik steeds hoor praten over regeltjes en dogma’s en boeken die ik zou moeten lezen, zijn juist die ouders die zeggen ze alles op hun gevoel doen. Nee, geen poedermelk! Niet op de eigen kamer! Zeker niet inenten! Niet op gezette tijden eten! Eten als je kind dat aangeeft! En al helemaal niet vier dagen in de week naar de dagopvang. Dan verpest je je kind en dan krijgt het hechtingsproblemen en dan is dat jouw schuld, Hanneke Hendrix! Slechte moeder! Je moet stoppen met werken en een blog gaan bijhouden, waarin je andere mensen die gestopt zijn met werken advies geeft, over hoe zij een blog kunnen bijhouden voor andere mensen die vanwege de kinderen gestopt zijn met werken! Dat moet je doen!
‘Dus nu ben ik bezig met een borstvoedings-normaliserende website,’ zegt Jade.
En dan begint ze te huilen.
Precies op het moment dat de beste vriend met de tosti’s binnenkomt.
‘Wat heb je nou weer gezegd!’ bitst hij me toe.
‘Niks!’ roep ik. ‘Niks! Ik heb niks gezegd!’
De beste vriend zucht. Ik eet mijn tosti. Jade snikt verder.
‘Misschien moet ze even ergens aan de borst,’ zeg ik. ‘Zou dat helpen?’
Mijn beste vriend gooit me eruit.
Buiten regent het. Heerlijk! Ik denk dat ik vandaag ga spijbelen en de dochter extra vroeg van de dagopvang ophaal. Gewoon omdat het kan. Gewoon voor de gezelligheid. Je weet wel: zonder fratsen.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.