Hanneke: 'Ik ben, zonder grapjes, echt een ouwe taart geworden'
Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Gisteren gingen we een berg hamburgers afhalen bij Wally’s. De dochter mocht mee de stad in, en zo stonden we met z'n twee op het terrasje van Wally te wachten tot iemand met een papieren zak in de hand onze naam zou roepen.
'Waarom mogen we niet naar binnen?' vroeg de dochter. 'Dan krijg ik een pepermuntje.'
'Ja, dat mag dus niet,' zei ik. 'Kijk, er staat een tafel voor de ingang. En kijk, daar loopt een rood-wit lint.'
'Waarom is dat?'
'Dat weet je ondertussen toch wel?' zei ik.
'Vanwege de zieke mensen,' zei ze, alsof ze een kinderrijmpje opzei.
'Juist,' zei ik.
Daarna speelde ze heel keurig en schattig voor mijn voeten en de stelletjes studenten die tussen de plukjes mensen op het terras stonden keken vertederd en ik zag ze denken aan dat dit misschien hun voorland was en toen dacht ik aan dat ik zo ooit naar kinderen keek en toen voelde ik me ineens heel erg oud, maar was ik tegelijkertijd ook zó blij dat ik geen twintig meer ben. Dat ik niet meer díe zaken hoef te overpeinzen. Dat ik...
Lees ook: Hanneke: 'De combinatie moederschap, werk en corona; ik was zo moe'
Hier, wacht, voor iedereen die nog geen dertig is: ik doe even een Oma vertelt.
Oma (98) zit in een luie stoel, naast haar op een tafeltje een sierlijk kopje op een sierlijk schoteltje. Er zit thee in die niet dampt.
OMA
Het fijne aan ouder worden is dat je met horten en stoten met elk jaar veel meer bezit van je eigen leven krijgt. Zelfs met een kind dat zo ongeveer driekwart van de koers van je leven bepaalt en nóg verdwijnt er steeds meer onzekerheid en ben je steeds minder bang voor wat anderen denken, ik bedoel, het verdwijnt nooit helemaal, hoor-
Oma pakt krakend en trillend en schokkerig de kop en schotel van het tafeltje, tilt het kopje van het schoteltje en neemt een nip. Zet daarna krakend en trillend en schokkerig de kop en schotel weer terug op het tafeltje.
- maar wat ik zeggen wil: het wordt allemaal wat minder belangrijk. Dat komt óók mede door die kinderen, natuurlijk. Je krijgt meer lol in zaken als rondfietsen en koken en... Ik weet nog van toen met de corona, toen was jouw moeder pas drie, toen deden we het gewoon allemaal: werken, kinderen, de liefde, soortvan vakantie vieren door gewoon ergens heen te rijden met de auto, daar een rondje te lopen en dan weer naar huis te rijden. Geen probleem. (Lacht piepend) Je leefde van dag tot dag. Maar als je twintig bent is alles zo ingewikkeld. Dan wil je de hele dag groots en meeslepend leven en ben je bang dat je iets mist en heb je helemaal niet door hoe ontzettend mooi en knap je bent. Ook al ben je lelijk: je bent nog steeds mooi en knap als je twint-
Ach, weet je wat. Laat ik erover ophouden.
Jij bent nog jong.
Wil je nog thee?
Nee?
Cola?
Oma sterft. Het doek valt.
Hoe dan ook, de dochter maakte de studenten broeds en ik keek de straat in. Plukjes mensen die wachtten op de stoep tot de afhaalmaaltijd klaar was, mensen die doelloos rondslenterden, de stad zag eruit zoals de week na de Vierdaagse Feesten: vermoeid, leeg en alles gesloten. Maar dan zonder het feest vooraf.
Lees ook: Hanneke: 'Ik neem vaak stoeprandjes mee als ik parkeer'
Toen we even stonden te wachten kwam iemand die vroeger bij me aan de bar hing ook op ons afhaalterras staan. We spraken wat, over waar we woonden en hoe alles nu ging.
'In het dorp gebeurde vóór corona ook niks,' zei ik. 'Dus er is doordeweeks gewoon niet veel veranderd. Je moet buiten wachten voor de slager en de kaasboer, maar verder maakte je altijd al een praatje met iemand die gewoon aan de andere kant van de straat bleef staan.'
Het was even stil.
De voormalige barhanger zweeg.
En ineens wist ik het helemaal zeker: Ik ben, zonder grapjes, echt een ouwe taart geworden. Roepend naar iemand aan de andere kant van de straat: 'Ja, hoe 's 't nou met oe zoon? Die was toch ziek gewees' geworde'? Was da' crona? Neej, geen crona? O, nou, da' scheelt dan natuurlik.'
Daarna riep iemand mijn naam, pakte ik de papieren zak met hamburgers en raceten we naar huis.
Daar aten we buiten in de zon. Met een fles wijn op tafel.
De vogels floten. Ergens maaide iemand gras.
Tevree keek ik rond.
Zoals een echte oma betaamt.
Hanneke is even met zomervakantie. Deze column verscheen eerder op 18 mei, 2020. Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.