Hanneke: 'Ik was altijd heel eerlijk tegen mijn dochter. Tot gisteren'
Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Goeie vriend A. had het over een boek dat hij had gelezen, dat ging over liegen en hoe dat werkt in het dagelijks leven. En hoe dat werkt in opvoeden, wanneer lieg je wel en wanneer niet. Toen hij er zo over vertelde kwam ik al gauw, met een arrogante hairflip, tot de conclusie dat ik eigenlijk nauwelijks lieg tegen de dochter: Oma Betsie is dood, door 'de zieke' mensen mag je niet meer op de knopjes van het stoplicht duwen, je mag niet klagen over dat eten vies is, want er zijn kinderen die helemaal geen eten of snoep krijgen en als je onvoorzichtig met een schaar rent dan krijg je zó die punt in je oog en dan spuit het bloed in het rond en dan ga je dood of moet je op z'n minst naar het ziekenhuis en heel hard huilen.
Dus nee.
Ik was eerlijk tegen mijn kind.
Altijd.
Tot, natuurlijk, gisteren. Meteen nadat we dat gesprek hadden.
Want, zoals de meeste ouders weten, hebben we in ‘t Leven met een Kind te maken met de 24-uurs-regel: als je zegt 'mijn kind slaapt prima', dan kun je erop rekenen dat je kind binnen vierentwintig uur niet meer goed slaapt.
Zelfs alleen aan iets dénken, zet de 24-uurs-regel in gang.
Zo ook met liegen.
Want Konijn, onze dochters raison d'être, bleek kwijt.
Lees ook: Hanneke: 'Ik ben, zonder grapjes, echt een ouwe taart geworden
We keken televisie, de man en ik, en voor het eerst in maanden klonk er ineens weer rond tienen een klagerig gehuil van boven (terwijl: ik had niet in de afgelopen vierentwintig uur gezegd of gedacht dat de dochter 'zo goed inslaapt tegenwoordig', dus het moest iets anders zijn).
Waar of dat konijn was.
We keken op de vaste plekken, waar-ie altijd ligt.
Niets.
Daarna in de zandbak, in de vriezer, in ons bed, in de servieskast.
Nergens.
De man en ik hebben het héle huis omgekeerd. Voortuin incluis.
Nergens.
De dochter was ontroostbaar.
Maar Konijn bleef weg.
Wat is dan wijsheid? Een nieuwe kopen en liegen, een nieuwe kopen en vertellen dat het een nieuwe is, of je kind geen nieuwe geven en 't leren omgaan met verlies? Je kind leren dat je zuinig op je spullen moet zijn? Een vriend van me beantwoordde mijn vragen met: 'Eet elke dag twee stuks Freud, dan blijf je altijd Jung.'
Ik stopte haar in.
'Konijn is vast op reis. Op vakantie.'
'Ja,' zei de dochter met tranen in haar ogen. 'Ligt-ie bij Ole en Alize. Op de bank. Met een dekentje.'
Ole en Alize wonen ergens in the middle of nowhere in Frankrijk, en daar gaan we vaak heen op vakantie.
'Ja, precies,' zei ik. 'Zo is Konijn. Die slaapt prima ergens op een bank.
Daarna ging ze slapen en zocht ik op het internet naar een nieuwe Konijn. Exact dezelfde Konijn. Ik moest denken aan die reclame van de afgelopen tijd, waarin een vader snel online een nieuwe knuffel koopt. Een belachelijke reclame, vond ik dat. Ook hier gaat de 24-uurs-regel weer op, inderdaad, want ik vond mezelf na een tijdje mailend met een mevrouw uit Koog aan de Zaan, die exact dezelfde knuffel op Marktplaats had staan.
Lees ook: Hanneke: 'De combinatie moederschap, werk en corona; ik was zo moe'
'Konijn is dus op reis,' zei ik, toen ze vanochtend sip naast ons bed stond.
'Bij Ole en Alize?' zei ze hoopvol.
'Nee,' zei ik, met een bepaalde verbazing alsof ik hem ook pas nét aan de telefoon had gehad. 'Hij zit dus blijkbaar in Kóóg aan de Záán.'
'Koog aan de Zaahaan?' zei de dochter.
'Ja!' zei ik. 'Je weet toch hoe avontuurlijk Konijn is.'
De dochter knikte.
'Hij komt dinsdag of woensdag thuis,' zei ik.
'O,' zei ze. 'Oké.'
De dochter was ondertussen alweer afgeleid door iets.
'Globetrotter dat-ie d'r is,' mompelde ik er nog achteraan.
Een reislustige Konijn dus.
Nu ben ik dan wél benieuwd of wij eind juni, globetrotters dat we d'r zijn, zelf op reis kunnen naar Ole en Alize. Of dat het bij nader inzien toch Koog aan de Zaan wordt.
Deze column verscheen eerder in mei 2020. Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.