Hanneke: 'We spoten deo in het rond nadat de koelkast was geopend'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
De afwasmachine is weer gemaakt. Die was stuk, een week of vier, vijf. Maar ik heb geen hekel aan afwassen.
Of ja, nee: het is niet het huishoudelijke klusje dat ik tot het laatst laat liggen. Dat is was vouwen, wat derhalve betekent dat het hele gezin Hendrix 's ochtends in het washok door de manden schone was moet gaan om een onderbroek of t-shirt te vinden, wat, zeg nou zelf, eigenlijk best prima gaat.
Lees ook: Hanneke: 'Ik liep brullend met een bezem door de tuin
Hoe dan ook: de afwasmachine doet het weer.
'God,' zegt A. 'Heb je dan de afgelopen weken steeds met de hand afgewassen? Dat is onmenselijk namelijk.'
Ik haal mijn schouders op.
'Ik ben nu geïrriteerd dat die kinderen de hele tijd nieuwe bekers pakken en we meer afwas hebben dan de afwasmachine aan kan,' zegt A. 'De jeugd van tegenwoordig is niet opgegroeid met het studentenleven waarbij je alles op je kamer hergebruikte om maar niet te hoeven afwassen. Het loopt toch ook de spuigaten uit. Een vriend van mij heeft hierom een extra afwasmachine genomen.'
Hij schudt zijn hoofd.
'Mijn huisgenoten en ik hebben vroeger in het studentenhuis tijden achtereen boterhammen gesmeerd op plastic zakken,' zeg ik. 'Alleen omdat we steeds geen zin hadden om af te wassen. Ik heb wel eens een hele pannenset de regen ingegooid, hop, zo de overwoekerde studentenhuistuin in.'
'Omdat het vies was?'
'Niet eens. Ja, het was wel vuile vaat, maar het aanrecht moest om wat voor reden dan ook vrij. Anders hadden we de boel gewoon laten staan. Dat deden we toen. Het was ook wel een heel smerig huis. Er stond ook altijd een bus deo op de koelkast, die spoten we dan in het rond nadat iemand de deur van koelkast had opengedaan.'
Ik huiver even.
'We spreken nu over het jaar 1998,' voeg ik er verontschuldigend aan toe, alsof we toen nog allemaal in berenvellen rondliepen.
'Ik ken ook zo'n studentenhuis, dat hele tuintje vol servies,' zegt A. Hij schudt zijn hoofd nog eens. 'Trouwens, als genderspecifieke en seksistische aanvulling: C. ruimt de afwasmachine altijd zeer oneconomisch in. Net zoals ik veel effectiever de auto inlaad voor de vakantie. Het belang van veel Tetris spelen mag niet onderschat worden.'
'Klopt,' zeg ik.
A. balt een vuist.
Lees ook: Hanneke: 'Het is meestal de moeder die alles het beste aanvoelt'
'Ze legt soms zelfs een pánnendeksel plat over de tree waar de glazen moeten. Dan kook ik gewoon van binnen. Als er iets onacceptabel is dan is het dat wel. Ik ben zeer flexibel, maar dit is misdadig! Dan zoek je toch gewoon ruzie? Het is gewoon provocatie. Alsof iemand over de bril pist, daar is het een equivalent van.'
A. slaat woest met zijn vuist op tafel. Daarna drinkt hij zijn mok koffie in één keer leeg, alsof het een whiskyglas in een saloon is. Hij schuift de mok over de tafel naar mij toe. Ik schenk koffie bij, de eeuwige barvrouw die ik daar ben.
'God,' zegt hij. 'Maar wat ben ik blij dat ik niet meer in een studentenhuis woon.'
Ik knik. Inderdaad. We komen er wel. Langzaamaan. Maar we komen er wel.
Lees hier meer columns van Hanneke.