Kim: 'Ik hoopte hem nooit meer tegen te komen na het incident'
Mensen reizen stad en land af om bij Kim Sandee (29) in de stoel te zitten voor een verse kleur. Balayage of helemaal blond? Kan ze heel goed. Maar vraag haar niet om een kortpittig kapsel, dan zit haar planning spontaan vol. Loopt altijd uit met klanten en blèrt mee met Boyz II Men om van haar ochtendhumeur af te komen.
'Ik ga lunch bestellen. Wil je ook wat?', vraag ik mijn klant. We zijn soms net een lunchroom. De een na de andere fietskoerier komt hier over de vloer met tassen vol hippe broodjes en açai bowls. Soms schaam ik me. Ik zie voor me hoe een restaurant het bestelbonnetje uit de printer trekt en denkt: Kim, alweer?! Heeft die meid nooit van mealpreppen gehoord? Het kan ze niets schelen, ik weet het. Maar toch.
Lees ook: Kim: 'Het gaat er de laatste tijd wild aan toe tussen de lakens'
De deur van de salon gaat open en een grote, volledig in oranje gehulde schim verschijnt in mijn ooghoek. De enorm lange bezorger gooit in een houterige beweging de joekel van een koeltas van zijn rug. Het fel oranje en vierkante gevaarte valt met een klap op de grond. Hij ritst zijn tas open en haalt er een bruine, papieren zak met bagels uit. Hij beweegt de zak richting mijn gezicht en laat het op 30 centimeter van mijn gezicht bungelen. Onze ogen maken contact en dan zie ik het. Ik voel direct de grond onder me vandaan zakken. Fuck. Ik kijk snel weg. Shitterdeshit. Zou hij me herkennen? Ik hoopte dat ik hem nooit meer tegen zou komen sinds het incident. Een schuldgevoel bekruipt me.
Even waan ik me op mijn oude werk in Amsterdam Oost. In mijn gedachte zie ik voor me hoe een slang waar gloeiend heet water uit spuit ongecontroleerd door de salon heen vliegt. Als twee kippen zonder kop rennen ik en mijn collega er achteraan. De wasbak was zo erg verroest, dat de slang van ellende afbrak.
Ik ben inmiddels zeiknat en levend verbrand als ik eindelijk het waterkanon onder bedwang weet te krijgen. Mijn collega hangt intussen ondersteboven in het stoffige, diepe kruipruimte achter de voordeur van de salon op zoek naar de hoofdkraan. De waterstraal zwakt af en eindigt in vredig gedruppel, maar ik durf de slang pas los te laten wanneer mijn collega weer voor me staat. Ze steekt haar duim op. 'Eind goed, al goed'. Ze ziet er verstrooid uit. Ik haal met twee vingers en een vies gezicht een stuk spinnenweb uit haar blonde haar. We barsten in lachen uit, maar ons geschater wordt al snel onderbroken door een doffe klap. 'Godverdomme!'
Lees ook: Kim: 'Aan de coupes te zien hielden kappers zich niet aan de lockdown'
Ik kijk mijn collega geschokt aan. 'Ik had eten besteld, helemaal vergeten. Heb je het luik naar de kruipruimte wel dicht gedaan?' Haar ogen worden groot, ze schudt angstig nee. Met knikkende knieën loop ik naar de voorkant van de salon. De bezorger kijkt me ziedend aan terwijl de helft van zijn lichaam in het luik onder de grond is verdwenen. 'Stel idioten! Ik ga jullie aanklagen!' Hij slaat mijn hand weg als ik hem probeer te helpen. 'Ik weet je te vinden als ik niet meer kan werken!'
De geur van bagels dringt mijn neus binnen en de bruine zak zwiept nog steeds voor mijn neus. De bezorger kijkt me ongeduldig aan. 'Ga je je bestelling nog aannemen of wat?' Ik pak het van hem aan en kijk dankbaar naar zijn werkende benen als hij de salon uitloopt. Eind goed, al goed.
Lees hier meer columns van Kim.