Malou: 'Het is stil in Amsterdam en ik ben bang, verdomme'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar zoals in haar debuutroman Zachtop lachen: met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het is stil in Amsterdam en ik wil Ramses Shaffy zijn. Het is drie uur ’s nachts geweest wanneer ik van ‘de radio’ per ongeluk voor het centraal station terechtkom. ‘De radio’ is het programma ’t Wordt Nu Laat op NPO Radio 2 wat zich in de late uurtjes (oh ja joh, vandaar die naam?) afspeelt. Nachtradio is puur, kwetsbaar en daarom prachtig om zo nu en dan te mogen maken. In de uitzending belde ik met de vrachtwagenchauffeur met een alcoholprobleem. Hij drinkt al drie jaar niet meer maar is nog altijd verslaafd. ‘Dat blijf je heel je leven’ leerde ik. Hij vroeg Andre Hazes aan. ‘Ook een alcoholist’ zei hij. ‘Net als Ramses Shaffy’ denk ik nu. Ik wil Ramses zijn. Nu, om drie uur ’s nachts. Het is stil in Amsterdam.
Lees ook: Malou: 'Ik moet je iets vertellen, maar het is nog wel geheim'
Hoe ik hier terecht ben gekomen heeft te maken met een verward navigatiesysteem. Het was de leuke redacteur die me een slinger gaf. ‘Moet ik je echt niet naar huis brengen? Ik vind het niet zo prettig om een vrouw in het holst van de nacht op Amsterdam Centraal eruit te gooien’ zei hij. ‘Onzin’ antwoordde ik. Mijn fiets staat achter CS in het fietsenrek. Voor het station ligt alles in plassen en stijgers. Zolang ik me kan herinneren is het centraal station een bouwput. Er is een doolhof gemaakt van schotten en hekken die me naar de ingang zullen leiden. Althans, dat hoop ik. Er staan pijlen.
Het is stil in Amsterdam en ik wil Ramses Shaffy zijn. Lekker lanterfanten door de nacht. Zou hij ook zo vaak achterom hebben gekeken? De gangetjes tussen de hekken zijn smal en er zitten veel bochten in de route. Iedere keer als ik een hoek om ben haal ik opgelucht adem. Er is niemand want het is stil in Amsterdam.
Ik ben bang, verdomme.
Ik hoef niet bang te zijn.
Ik mag van mezelf niet bang zijn.
Ik begin zachtjes te rennen.
Harder, tot de deur van het station.
Ramses rende vast nooit.
Lees ook: Malou: 'Ik hou stiekem van de avondklok'
Binnen zitten hoopjes mensen. Allemaal dronken, high of natuurlijk uit balans. Er staat Eftelingmuziek op waardoor het lijkt alsof ik in een ouderwets reizend gekkencircus terecht ben gekomen. Ik zie een clown, een nar en de sterke man. Met een grote boog loop ik om het hoopje circusartiesten heen. De clown leunt naar achteren. Wanneer hij me ziet begint hij te schreeuwen. Dan valt hij om. Op Eftelingmuziek ren ik het station uit.
Amsterdam Centraal voelt als een spookhuis. Alles behalve een droomvlucht. Alles behalve een liedje. Ik vind het vervelend om bang te zijn op straat. Ik mis de toeristen in de nacht. Ik mis ogen die op je letten. Ik mis dronken groepen Engelse meiden. Het is te stil in Amsterdam en ik wil Ramses Shaffy zijn. Dan gaat mijn telefoon. Het is de leuke redacteur.
‘Ben je veilig bij je fiets?’ vraag hij.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.