Malou: 'Je wil toch een relatie waarin je écht iets aan elkaar hebt?'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Mijn liefde-en-tevens-vaste-verkering en ik schelen dertien jaar en een kop.
Lees ook: Malou: 'Hij vroeg of ik toevallig een magneet op zak heb'
Soms maak ik grapjes over zijn pensioen. Hij lacht, vrijwel altijd én altijd oprecht. We kennen elkaar al lang. Acht jaar. Misschien zelfs negen. In eerste instantie werkten we samen op een redactie van een radioprogramma. We kregen het aan de stok met clown Bassie, die tijdens de uitzending besloot de telefoonverbinding te verbreken omdat hij niet genoeg spreektijd kreeg.
Het verhaal van clown Bassie was alles behalve interessant. Het hoogtepunt van het gesprek was de ingesprektoon nadat hij de hoorn erop smeet. 'Verwende kutclown' mompelde mijn toen-nog-collega. Of misschien mompelde ik dat wel. Ik weet het niet meer. Acht jaar herinneringen vertroebelen als schmink op een clownsgezicht na middelmatige inspanning. 'Buenos dias is goeiemorgen, buenos noches is goeienacht.' Liedjes zingen en tegelijkertijd tellen in het Spaans is ook best zwaar.
Pas jaren later werden we verliefd. Vanuit het niets, heel erg, alsof er iets in ons drankje werd gestopt. Nog bedankt daarvoor, mocht het zo zijn. De twee jaar die we nu samen zijn vind ik een feest. We hebben gekozen voor een latrelatie. Dat is met ieder een huis. Een plek onder de zon. En niet altijd iemand in de buurt die va-afijn. Dit uit zich in nachtenlange telefoongesprekken als we niet bij elkaar zijn, en berichtjes als 'is het verdomme al woensdag?' Dit past bij ons. Dat vinden wij. Hij en ik. De twee mensen in deze relatie.
Lees ook: Malou: 'Ik wil me nergens mee bemoeien hoor, maar...'
'Wanneer gaan jullie samenwonen?' vraagt een vriend van een vriend. We komen elkaar tegen op straat. Ik herkende hem in eerste instantie niet eens. Ik haal mijn schouders op. 'Je wil op een gegeven moment toch écht iets opbouwen?' zegt hij. 'Ik zie op instagram dat jullie het onwijs leuk hebben. Je moet gaan samenwonen joh! Deze moet je houden.' Ik zou nu de figuurlijke hoorn erop willen gooien en doorlopen. Maar ik ben geen Bassie.
De spreektijd die ik van de-vriend-van-een-vriend krijg wordt continu verbroken door een suggestieve vraag. 'In je eentje kun je niks kopen toch? En je wil toch kopen?' en 'Wat nou als er een keer iets aan de hand is? Je wil toch een relatie waarin je écht iets aan elkaar hebt.' Ik bedank de vriend van een vriend voor de wijze woorden. Met in mijn hoofd de ingesprektoon. De drang om mensen te vertellen wat jouw norm is, het is een raar fenomeen.
Ik gris naar mijn telefoon en bel mijn liefde-en-tevens-vaste-verkering. Hij neemt altijd lachend op. Met geluid. Je hoort eerst 'haha' en dan pas de hallo. Een eigenaardige eigenschap waar je niks anders dan vrolijk van kan worden.
'Hallo!' zegt hij. Hoe kan iemand altijd zo opgewekt zijn? Alsof er voor ieder inkomend telefoontje net een goede mop wordt verteld.
'Hey, weet je nog, clown Bassie?' zeg ik. Hij is mijn belletjes zonder reden inmiddels wel gewend.
'De verwende kutclown' zegt hij.
Nu weet ik het weer.
Hij zei het, die ochtend acht jaar geleden.
Malou is met zomervakantie. Deze column verscheen eerder in februari 2021. Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.