Malou: 'Ik kom voor de eerste controle na mijn laatste behandeling'
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het is mijn eerste terugkomdag na een shitload aan ziekenhuisbezoeken, uitslagen, behandelingen, witte jassen, gynaecologen, oncologen, psychologen en betraande ogen. Drie maanden ziekenhuisvrij vlogen voorbij. Nu ben ik terug voor de eerste controle na de laatste behandeling.
In de wachtkamer tik ik met de zool van mijn schoen tegen de stalen buis die een rijtje stoelen met elkaar verbindt. De vrouw een paar plekken verderop kijkt op.
Ik zet mijn beide benen op de grond en zonder geluid fluister ik het woord sorry haar kant op. De vrouw glimlacht als een boer met kiespijn.
Lees meer: Malou: 'Amper 10 dagen geleden zwoer ik dat 't een topjaar zou worden'
Ik zou willen dat ik hier zat omdat ik kiespijn had.
Zij vast ook.
De vierkante meters worden gevuld met onzekerheid, angst en lelijke abstracte schilderijen. De schilder had vast iets aan zijn of haar ogen. Misschien wel een hersentumor. Het zou een hoop verklaren.
De vrouw en ik, onze blikken blijven elkaar kruisen. Binnen nu en een paar minuten worden we allebei uit deze ruimte geroepen en kan alles anders zijn. Misschien is zij wel voor mij aan de beurt. Misschien is ze gewoon heel erg vroeg.
Een wachtkamer is een van de onprettigste plekken om te zijn, maar tegelijkertijd ook de veiligste. De realiteit is in aantocht, maar heeft mij nog niet bereikt. Zolang er niemand ‘mevrouw Holshuijsen?’ roept, weet ik nog van niks en ben ik oké.
Ik wil dat het wachten voorbij is en tegelijkertijd wil ik dat de deuren naar de kamer van de arts gesloten blijven. Ik wil de uitslag uitstellen en tegelijkertijd al op de hoogte zijn van wat er zo gaat komen.
‘Mevrouw Holshuijsen?’
Ik spring op en loop mee.
‘Wilt u een kopje thee?’
Nee, natuurlijk niet. Wat denk je zelf? Theedrinken, zodat jij me onder het genot van Minty Morocco-melange kan vertellen dat ik doodziek ben? Nee, natúúrlijk wil ik geen fucking thee. Domme koe.
‘Nee, dank u wel dokter.’
Ik mag gaan zitten. Ze glimlacht.
Wat is dit voor glimlach? Is dit een alles-komt-goed-glimlach? Is dit een ik-heb-zo-met-je-te-doen-glimlach?
Het is de alles-komt-goed-glimlach, want de uitslag is schoon.
Zo noemen ze dat in het ziekenhuis: schoon. Alsof ze me hebben afgenomen met een geel doekje en een beetje bleekmiddel. In werkelijkheid namen ze overal kleine hapjes van en bewaarden ze stukjes van mij in glazen bakjes. Die kleine hapjes gorigheid bleken schoon.
Ik ben schoon.
De arts die mij zojuist het goede nieuws bracht, heeft een prachtige glimlach waarvan ik me niet kan voorstellen dat daar slecht nieuws uit had kunnen komen. Ik kan überhaupt niet meer bij het gevoel van de doodsangst van een paar seconden geleden. Het heeft niet bestaan. Het voelt alsof ik zojuist ben geslaagd voor mijn middelbare-schooleindexamen na een jaar lang spijbelen.
Lees meer: Malou: een bizar Andalusisch avontuur #4
De arts vertelt me dat ze me niet meer hoeft te zien. Het is de beste break-up die ik ooit voor mijn kiezen kreeg. Als ik de kamer uitloop, begroet ik de boer met kiespijn als een boer die zojuist Yvon Jaspers voor een trekker heeft geduwd. De euforie in de wachtkamer is net zo ongepast als deze vergelijking.
Alles is geoorloofd in liefde, oorlog en wachtkamers.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.