Column: Met een Duitser en ik fakete
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Precies om acht uur stopt er een scooter voor mijn hotel. Het is de Duitser. Hij komt me ophalen, omdat ik die middag knikte zonder goed te luisteren. Wat ik knikkend had toegezegd wist ik niet, maar daar ging ik nu achter komen.
De Duitser draagt een andere 'lullenzwabbert' (die overigens in de Dikke Van Dale als drollenvanger 'gedrukt' staat) dan vanmiddag. Het licht wat betreft de bacteriekwekerij op zijn hoofd heeft hij ook nog niet gezien, want de dreadlocks hangen er nog steeds treurig en lelijk bij.
Hij heeft er een beige sjaal in geknoopt.
'Hallo Malou!' klinkt nergens zo fout als in het Duits, maar zijn enthousiaste lach en vriendelijke uitstraling compenseren de lelijke klanken die door de lobby galmen. Het is de bedoeling dat ik achter op de scooter spring. Als we wegrijden zegt hij dat we gaan dansen. Ik knik, maar houd mijn lippen stijf op elkaar, omdat ik bang ben dat er een stuk wormvormig, overleden haar in mijn mond wappert zodra ik antwoord geef. Als hij remt word ik naar voren gedrukt en raakt mijn wang alsnog de dode plukken vilt.
Ik krijg een walgrilling van kruin tot teen.
We rijden steeds langzamer, over een smal pad in de jungle. Het is donker en in de verte hoor ik trommelmuziek, die steeds dichterbij komt. We stoppen bij een door tl-buizen verlicht hutje en lopen naar de deur. Dan opent de Duitser de poort van de hel: ik ben beland op een spirituele dansavond.
In de bloedhete ruimte krioelt het van de in vreemde lappen stof gehulde mannen en vrouwen. De één is nog vrijer dan de ander. Sommigen gebruiken stukjes doek om mee te dansen. Anderen hebben hun ogen dicht.
Er huppelt een vrouw door de ruimte wiens armen niet zijn voorzien van spierkracht, waardoor ze alle kanten op bungelen. Het geeft een goed beeld van wat zich afspeelt in de grote open ruimte van de lullenzwabberts, die hier met verve worden gedragen. Een visualisatie die ik maar moeilijk los kan laten.
'Lass dich gehen' zegt de Duitser, waarna hij opgaat in de trommelmuziek en de dwarrelende, vrije geesten.
Ik wil helemaal niks loslaten. Ik wil hier weg.
'Lass dich gehen!', roept de Duitser weer.
Liever slaap ik de rest van de vakantie onder een dekbed van dreadlocks, dan dat ik meedoe aan deze spirituele volksvernedering. Ik besluit te faken.
Doen alsof, om dit samenspel zo snel mogelijk tot een einde te brengen. Om de vraag van de Duitser, om me even lekker te laten gaan, te mogen afwijzen. Laf, oneerlijk en efficiënt.
Ik trek hem aan zijn vod.
Het enige wat ik kán uiten - waarbij zijn Duitse respons 'laat het los' niet inzetbaar is - is verbale diarree, in de meest letterlijke vorm.
'BALI-BELLY!' schreeuw ik in zijn oor en ik wrijf over mijn buik. Bullshit, want ik voel me prima. En met verzonnen buikloop ontsnap ik uit deze samenzwering van totaal ongemak.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.