Koffie en groepsseks
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Ik ben gevraagd om mee te doen aan een programma waarvan ik van tevoren al weet dat ik er niet aan mee wil doen. 'Misschien is het helemaal niet zo ordinair als het in eerste instantie klinkt,' merkt Daan, mijn beste vriend, op. Volgens hem moet ik op de uitnodiging, even langs te komen om een kopje koffie te drinken, ingaan. 'Even je gezicht laten zien en nooit meteen nee roepen. Wie weet is het hartstikke leuk, weet jij veel. Niet zo bevooroordeeld zijn!'
Ik was eerder niet bevooroordeeld en liet me door Daan én het broertje van mijn beste vriend overhalen om mee te doen aan een reclamespot voor een goed doel.
Daar zat ik dan, naast Daan, op een wc-pot met een rol pleepapier in mijn hand. Ik beantwoordde vragen als 'ben je een propper of een vouwer?' en 'hoelang neem jij de tijd om te kakken?' Het goede doel was Afrika, waar sanitaire voorzieningen niet vanzelfsprekend zijn.
Als mensen over Afrika of het milieu beginnen kan ik geen nee zeggen. Het is dan ook van groot belang stations uit te rennen, in plaats van te wandelen, om de goededoelenstudenten, met hun iPad op jacht naar mijn rekeningnummer, voorbij te stormen voordat ze me aan kunnen spreken.
Laatst loog ik tegen een jongen in een groene bodywarmer. Hij liep met me mee naar mijn fiets en stelde vragen over mijn kijk op de bio-industrie. Ik wilde er snel van af zijn en jokte al lid te zijn van het goede doel dat op zijn kleding gedrukt stond.
Je kon helemaal geen lid zijn, het was een enquête voor een ministerie en geen goed doel. In de herstellingsfase loog ik weer. ‘Ik eet geen vlees,’ zei ik, om mezelf vrij te pleiten van meer vragen over mijn eetgedrag. De HEMA-hotdog in mijn hand was niet het beste attribuut op dat moment.
De green mile naar mijn fiets in de stalling was nog nooit zo lang, mijn wangen zelden zo schaamrood.
Al wil ik helemaal niet meedoen aan dit programma, waarin er allerlei vragen gesteld gaan worden over mijn date- én seksleven, een kopje koffie kan geen kwaad. Ik zit in een hal en wacht op mijn afspraak.
Twee vrouwen een eindje verder in de lobby hebben het over misverstanden in groepsseks. Ik vind dit op z’n zachts gezegd een beetje gek, maar gezien de toon van het programma waarvoor ik ben gevraagd zal het wel bij de bedrijfscultuur horen. ‘Je hebt er altijd mensen tussen zitten die met dingen komen waar je gewoon echt niet op zit te wachten. Daar word je toch doodmoe van,’ hoor ik de ene vrouw tegen de andere zeggen. Ze antwoordt bevestigend, want ook zij heeft daar last van.
Groepsseks lijkt me inderdaad doodvermoeiend.
Mijn afspraak is er en omdat ik het idee heb dat de sfeer hier losser is dan het kunstgebit van mijn opa tijdens het eten van een toffee deel ik, wanneer ik tegenover haar ga zitten, mijn verbazing over het afgeluisterde onderwerp zojuist in de lobby. De vrouw van de groepsseks komt binnen en vraagt of ik zin heb in koffie. ‘Anja, had jij het in de lobby over groepsseks?’ vraagt mijn afspraak.
‘Hoe kom je daar nou bij?’ vraagt Anja verbaasd. ‘Sas en ik hadden het over gesodemieter in groepsapps.’
Ik kijk naar de grond in de hoop dat ik erdoorheen zak.
Niet alleen weet Anja nu dat ik haar gesprek met Sas heb afgeluisterd, ook weet ze dat ik mijn bevindingen direct deel met haar leidinggevende, die me op haar beurt aankijkt alsof ze water ziet branden. Het enige wat ik voel branden zijn mijn wangen en de vraag of de dames mij willen excuseren.
Op de fiets terug naar huis krijg ik een mailtje van de afspraak. Ze zien af van de eventuele samenwerking, maar willen me bedanken voor mijn tijd. Ik bel Daan, mijn beste vriend, om hem te bedanken voor zijn ongelijk.
Koffie drinken kan wel degelijk kwaad.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.