Malou: 'Vijf jaar geleden gaven de artsen hem nog maar drie maanden'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
De oude vrouw tegenover me in de hippe koffietent heeft haar brommerhelm op tafel liggen. Ze is een jaar of tachtig. 'Kloteding' zei ze, toen ze een paar minuten geleden binnenkwam en het riempje onder haar kin nauwelijks loskreeg.
Er wordt een pannenkoek met fleurige garnering voor haar neus neergezet. Zonder te kijken naar hoe mooi het bord is opgemaakt veegt ze de blaadjes munt, het framboosje en iets wat eruitziet als een eetbaar viooltje aan de kant en begint met mes en vork in het gerecht te hakken.
Lees ook: Column Malou: 'Ik wil niet roddelen, maar...'
Na twee onafgebroken zaag- en snijminuten ligt er een smerig hoopje pannenkoekenpulp op haar bord. Alsof het net door de gehaktmolen is gehaald. Het bord met de wormige deegsliertjes wordt overgoten met hip maple-siroop. Zo snel als haar huig het toelaat schrokt ze de pannenkoek naar binnen.
Kauwen is overduidelijk bijzaak.
Ik knipper twee keer met mijn ogen en haar lunch is verdwenen. Heeft ze de pannenkoek geïnhaleerd?
Wanneer de barvrouw vraagt of het heeft gesmaakt hoor ik haar zeggen dat ze haast heeft omdat ze naar Willem moet, maar dat het ondanks dat toch wel lekker was.
Dan wendt ze zich naar mij, waarschijnlijk omdat ik al een paar minuten mijn ogen niet van haar af kan houden.
'Willem is vierennegentig jaar en ligt thuis in bed. Hij doet niks meer. Geen corona hoor, gewoon heel erg versleten.'
Ik vertel haar dat ik dat zielig vind voor Willem.
'Hij heeft niks te klagen, de zak.'
Ik vraag waarom Willem een zak is.
'Hij leeft', antwoordt ze met een stalen gezicht, 'en dat hadden we zo niet afgesproken.' Ze vertelt dat Willem al lang dood had moeten zijn. Vijf jaar geleden gaven de artsen hem nog maar drie maanden.
Lees ook: Malou: 'Hij zegt dat ik wél kinderen wil en vraagt hoe oud ik ben'
Die drie maanden namen ze het ervan. 'Het waren de beste drie maanden van ons leven. Maar nu is hij al vier jaar en acht maanden over de datum. Als Willem een pak yoghurt was zou hij helemaal opgeblazen in de koelkast staan.'
Ik vraag of Willem hier zelf ook zo over denkt.
'Oh ja, absoluut. Iedere avond wanneer we elkaar welterusten wensen flikt hij het om te zeggen 'Nou schat, ik hoop dat dit écht de laatste was.' Dan lachen we.' Ze zet de helm op haar hoofd en klikt het riempje onder haar kin vast. Ik wens haar sterkte met Willem.
Ze bedankt me vriendelijk, veegt een laatste restje prakpannenkoek van haar wang en draait zich voor ze weg wil lopen nog een keer naar me om.
'Dat grapje van net over die yoghurt, hè? Dat is er een van Willem.'
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.