Malou: 'Soms mis ik vreemde mensen die ongegeneerd te dichtbij komen'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar zoals in haar debuutroman Zachtop lachen: met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
De terrassen morgen weer open binnen de regels van 'generaal Gaaf land' en zijn persco-buurman Huug. Met zijn vijftigen totaal en niet meer dan twee huishoudens aan een tafel. Dat is in Amsterdam geen probleem. In Amsterdam is iedereen elkaars huisgenoot, want om een beetje normaal te kunnen wonen in crisistijd heb je gemiddeld zes mensen nodig om je huur te kunnen splitten. Helaas wil iedereen met iedereen – behalve met degene waarmee je al een jaar zit opgescheept het terras op. Met tegenzin naar de kroeg om vervolgens om zes uur, net op tijd voor het eten weer naar huis te moeten.
Lees ook: Malou: 'De auto komt met een noodgang mijn kant opgereden'
Vroeger ging ik ook met tegenzin naar de kroeg. Iedere vrijdag- en zaterdagavond werkte ik in een club. Als barmedewerker, ook wel 'hey meisje vier bier' genoemd. Dat schreeuwden dronken mensen voornamelijk. De muziek stond keihard en de nacht duurde een eeuwigheid. Soms vergat iemand te vertellen wát hij wilde drinken. Het waren voornamelijk mannen die als doorgefokte neanderthalers over de bar voorover bogen en me probeerden aan te tikken om in mijn gezicht twee vingers op te steken. Dat zou dan 'twee bier' moeten betekenen. Een collega en ik besloten op zo'n moment de duurste whisky in te schenken en deze af te toppen met cola. Vaak kwakten we er nog een ijsklontje in. Zo kostte twee vingers in mijn gezicht opeens drieëndertig euro zestig. Regelmatig werd de neanderthaler witheet en was het fijn dat de muziek zo hard stond. Alcohol en verongelijkte mannen zijn geen goede combinatie. Oerkreten vervormden in de beat van de clubhouse. Alsof hij probeerde de tekstloze muziek mee te zingen. Als de baas niet keek stak ik mijn middelvinger op en deed ik daarna alsof de man niet bestond.
Nadat iedereen om vier uur 's nachts eindelijk was opgedonderd moesten we de hele hut schoonmaken omdat het overdag een lunchroom zou moeten voorstellen. Onze voeten plakten aan de vloer door de verspilde mixdrankjes, lichaamssappen en waardigheid. Rond half vijf kwam er negen van de tien keer iemand aan de deur. Die was dan zijn jas en zijn verstand kwijt.
Lees ook: Malou: 'Het is maar een tip, doe ermee wat je wil hè?'
Het land is al een jaar vrij van het nachtleven. Amsterdamse terrasavonden lopen niet meer uit in zwoele zomerochtenden door het Vondelpark op weg naar huis. Hoe erg ik het ook heb verafschuwd, soms mis ik vreemde mensen die ongegeneerd te dichtbij komen. De geur van zweet, sigaretten en verspild bier. Voor nu blijft het bij een bierwandelingetje in het park of dagdrinken op het terras. Iets waar zorgmedewerkers die geen vrij kunnen krijgen omdat er te veel patiënten liggen alleen maar van kunnen dromen.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.