Column: Bacon, televisieformat en Suus Berenhap
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het is zondagochtend en ik word uit mijn bed gebeld om eggs benedict met bacon op een suikerwafel te eten. Het plan was om mijn zondag op slechts vier, vierkante, donzen meters te spenderen, maar deze uitnodiging afslaan is all against nature.
Lees ook: Column: Treinzeiken en kleuters traumatiseren
Mijn gereserveerde plekje in de hemel is de lege houten stoel in een stampvol tentje midden in de Jordaan, waar Suus Berenhap (die ik ken via Daan, mijn beste vriend) op me wacht. Suus Berenhap noem ik Suus Berenhap vanwege haar voorliefde voor Pikanto’s van de snackbar op de hoek. Helaas rijmt haar achternaam niet op Pikanto.
Wel op berenhap.
‘Ik heb een bloody mary voor je besteld en je bleekselderij gejat. Hij is sterk en met speciale wodka, cheers!’ zijn de eerste woorden die mijn brein bereiken en die ik niet van een scherm lees. Ik ken slechtere zinnen om een brakke zondag mee te beginnen.
We praten over bacon. Suus Berenhap woonde voorheen in Dubai en daar hebben ze geen bacon. Ja, beef bacon, maar dat is echt goor.
‘Beef salami trouwens ook.’
Haar ontbijt staat eerder op tafel dan het mijne en tijdens het wachten word ik zonder enige twijfel of protest bijgevoerd. Als een konikpaard op het randje van de hongerdood achter een omheining bij de Oostvaardersplassen hap ik naar de volle vork die ze over de tafel mijn kant op steekt.
Ik nip aan mijn tomatensap-plus. Het ding is zo sterk dat je er een operatietafel steriel mee kunt poetsen.
Suus Berenhap neemt een grote hap van dat wat op haar bord ligt, plus saus.
‘Weet je wat ik me weleens afvraag?’
Zonder te stoppen met kauwen kijkt ze me aan. Ondertussen wordt mijn bord ook op het kleine tafeltje neergezet.
‘Stel, je zet iedereen waar je ooit mee hebt geneukt in één ruimte. Hoelang zou het duren voordat ze erachter komen dat ze iets gemeen hebben?’ ‘Zouden ze allemaal in deze ruimte passen?’ vraag ik en stop de te volle vork in mijn mond.
‘Nee, maar even serieus,’ gaat ze door. ‘Ben jij daar nooit benieuwd naar? En wat ze dan over je zouden zeggen, als ze erachter komen dat jij de link van het gezelschap bent?’ ‘Zouden ze er überhaupt achter komen?’ vul ik aan. ‘Misschien zou je wat hints moeten geven en een verborgen camera moeten ophangen, om het te volgen. Doet iedereen tegenwoordig.’
Suus Berenhap stopt met kauwen en grijpt over tafel mijn arm. De arm waarmee ik mijn vork vasthoud. Ik duw mijn hand richting haar gezicht, omdat ik denk dat ze een hap wil van mijn eten, maar ze schudt nee.
‘Dat is echt een goed idee! Dit moet een televisieprogramma worden!’
Ze praat hard, de mensen om ons heen kijken onze kant op.
‘En wie er dan als eerste achter komt is de winnaar, zonder dat hij vooraf weet dat hij in een spelshow zit. Een soort caviarace, maar dan met ex-scharrels.’
‘Ik werk het uit,’ zeg ik lachend en verover mijn arm (met volle vork) weer terug.
‘Er gaat niets boven een zondag calorieën stapelen én televisiegeschiedenis schrijven,’ grap ik erachteraan.
‘Denk je dat Chantal Janzen het wil presenteren?’ vraagt ze, wanneer we buiten bij onze fietsen staan. ‘Ik weet het niet, die is hartstikke zwanger,’ antwoord ik.
‘O ja, nou, wellicht het tweede seizoen dan,’ zegt Suus Berenhap en ze fietst weg.
‘Wellicht,’ antwoord ik, en fiets de andere kant op.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.