Column: De teennagels van Kees
&C's Floor woont in hartje Utrecht samen met haar porseleinen poedel en schrijft wekelijks over verwonderingen, de liefde en andere noemenswaardige zaken in het leven.
Ik zit in mijn eentje op het terras bij een klein koffietentje om de hoek. Samen met mijn vers gescoorde bloemen zetel ik me op het buitenbankje van de koffiezaak. Terwijl ik zorgvuldig het passerende publiek onder de loep neem, schuift een man zijn canvas boekenwinkeltas tussen ons in. Ik begrijp niet zo goed waarom het nodig is om een barricade tussen ons in te bouwen, maar soit. Sommige zaken moet je voor lief nemen.
Twee koffieslokken later heb ik plotsklaps uitzicht op de sandalen van de man naast mij, met daarin twee flinke voeten, met daaraan tien gigantische tenen. En I know, ik weet heus dat we onze eigen tenen niet hebben geschapen en dan ook geen zeggenschap hebben over het eindresultaat. Maar met deze teennagels zou ik niet naar buiten durven. Ik zou er nog geen ritje mee naar de brievenbus durven maken. Dat zit hem vooral in de verzorging.
Lees ook: Column: Het kauwgomballenfeestje
Het moment dat we op deze aarde worden gezet, krijgen we ergens van bovenaf een rugzakje met geboden mee. Bepaalde zaken in het leven die je in acht moet nemen om jezelf en je omgeving niet te doen twijfelen aan je bestaansrecht. Menselijke geuren en uiterlijke verzorging staan op een gedeelde tweede plek. Redelijk belangrijk dus.
Terwijl Kees van de canvastas tevreden aan zijn koffiemok hangt, begin ik me af te vragen hoe hij die geboden heeft kunnen missen. Dit uitzicht op zijn tenen doet de gemiddelde pedicure salon subiet de deuren dicht smijten. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Ik begrijp heus dat je zodra het kwik boven de twintig graden stijgt, je je lievelingssandalen uit het stof trekt. Wind tussen de tenen is immers een levensgeluk. Maar het resultaat is dat ik nu uitzicht heb op acht (twee hadden er geluk) gelige teennagels van absurde dikte. Want door een nog onbekend probleem hebben de nagels op een zeker moment besloten om als een haperende motorkap open te gaan staan. Klepnagels, ook wel.
Kijk, en daar gaat het mis. Ik gun Kees de wind tussen zijn tenen, zijn lievelingssandalen op een lentedag. Maar ik moet op dit moment een deel van mijn uitzicht denkbeeldig met Tipp-ex bewerken om straks nog te kunnen lunchen. De man had heus wat middelen kunnen inzetten om deze situatie te voorkomen. Terwijl hij een boek uit zijn boekentas grist wappert het bonnetje van zijn kakelverse aankoop richting zijn rechtersandaal. Zal dit dan het moment zijn dat hij plotsklaps denkt: hé kak, vergeten mijn voeten te… Maar neen. De situatie in de sandalen lijkt geaccepteerd.
Terwijl Kees - zichtbaar zeer tevreden met het leven - door zijn nieuwe insectenencyclopedie bladert, beeld ik me in hoe Kees vandaag zijn dag is begonnen. Wat er op zijn ontbijtbordje lag, hoe zijn douche was of hij uitkeek naar zijn aankoop. En plotseling voel ik me een ontiegelijke klootzak. Dat ik Kees en zijn nagelkwestie zo’n obstakel vind. Ik kan mezelf wel een klap verkopen met zijn loodzware insectenencyclopedie.
Lees ook: Het Gammacomplex
Hij is op dit moment veel contenter met zijn koffie dan ik ben. Is zich overduidelijk niet druk aan het maken om first world problems zoals de teennagels van toevallige passanten. Dus wie wint er nu? Kees gaat met de bokaal naar huis. Ik besluit de situatie en de teennagels te accepteren.
‘Zeg, mieren heh. Kunnen die nou echt hun eigen lichaamsgewicht dragen?’ Kees steekt van wal, en zijn uitleg klinkt als een oerinteressant luisterboek. Een college waarvoor je best met pijn in de billen een paar uur in de de houten collegebanken zou willen hangen.
Ik hoop dat hij vanavond nog een ritje naar de brievenbus maakt, met zijn canvas boekenwinkeltas.