Deel 3: gedaan met Daan
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Zo is ze verliefd op Daan, maar er is één probleem: Daan heeft een vriendin.
Of je nu na een uur van een massagetafel glijdt, de sauna uit loopt of - in mijn geval - het huis van een medium in Zeeland verlaat, je voelt je als herboren. Als je geluk hebt op een goede manier, maar vandaag ben ik niet bepaald als een feniks uit mijn as herrezen. Mijn ogen branden en de vlammen vonken nog levendig na in mijn buik. Ik voel me anders. Totaal in de war. Boos. Verdrietig. En vooral heel alleen. Julia, mijn vriendin, is na mij naar binnen gevlogen en heeft me in het voorbijgaan niet eens aangekeken. Ik ben blij dat ik een uur alleen ben, om alles wat zojuist aan me verteld is door te laten dringen.
Ik ga naast de auto zitten op een grasperkje en laat de zon op zijn gezicht schijnen. Ik sluit mijn ogen. Wat weet die vrouw nou allemaal? Zij had het over meerdere mannen. Dat is al fout. Zie je. Ze weet helemaal niets. Er zijn helemaal geen andere mannen, alleen Daan.
Nou ja, oké, ik heb mezelf gedwongen om ook eens om me heen te kijken en heb ene Freek ontmoet, maar die komt niet in de buurt van Daan. Freek is een jongen waar ik altijd van op aan kan. Als ik hem een bericht stuur krijg ik iedere keer binnen vijf à tien minuten antwoord. Hij is leuk, maar te beschikbaar. En ik app hem alleen omdat ik Daan niet kan appen. Daan woont samen en ik weet nooit wanneer hij alleen is of in gezelschap. We hebben dan ook afgesproken dat hij altijd degene is die een berichtenreeks begint.
Als het nou gewoon bij goede seks was gebleven, zoals in het begin, dan zou ik er niet zo zwaar aan tillen. Maar nu ik voel dat ik verliefd ben, wordt het een ander verhaal. Ik voel me gevangen in zijn net. Zou hij het doorhebben, dat ik meer voel?
‘Hey schat, lig je lekker?’
Is haar uur nu al voorbij? Juul komt in mijn zon staan en trekt me omhoog.
‘Even bijkomen hoor. Pfff. Best heftig, wat ze allemaal zei. Volgens haar is Peter maar een fase. Nou, daar ben ik lekker klaar mee. Moet ik die auto ook weer teruggeven straks.’
‘Ah, die vrouw zegt maar wat. Ik ga volgens haar twee kinderen krijgen met een haantje de voorste die manager is en in het buitenland werkt of zo. Allemaal onzin.’
‘Nou, ze heeft bij mij echt dingen geraden, Anna. Ze wist dat Peter impotent is, dat ik eigenlijk een bril nodig heb en dat mijn kleine Uma het aan haar oortjes heeft.’
Nee, nee, nee, Juul, alsjeblieft, denk ik, geen bewijs aanleveren voor de mogelijke waarheid. Je hebt je vast met je grote mond versproken over je bedproblemen en je poes tijdens je intakegesprek.
Tijdens de terugrit ratelt Julia maar door over alle mogelijke scenario’s die binnen nu en een maand zich in haar leven gaan afspelen. De enige rode draad is haar beslissing om weg te gaan bij Peter. Ik zit stil en doe alsof ik luister. Ik moet Daan zien. Ik moet voelen of het verliefde gevoel echt is. Zo ja, dan moet ik stoppen. Per direct. Doorgaan met deze relatie kan alleen maar pijn opleveren, en schuldgevoelens die zich op blijven stapelen.
Het is inmiddels laat. Daan ligt nu vast tegen zijn lief aan op de bank. Hij strekt zich uit, neemt een stukje worst, een slokje wijn en drukt een kus op haar mond. Ik kijk uit het raam en daar komt de eerste traan.
Wordt vervolgd...