Deel 6: Vodka en het rode jurkje
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Zo is ze verliefd op Daan, maar er is één probleem: Daan heeft een vriendin.
Ongegeneerd scan ik de man van top tot teen. Stoer, gemillimeterd haar, zeker twee meter lang, brede lach, mooie witte tanden, brede borst, smalle taille… is hij niet een beetje te knap voor een one night rebound? Ik gooi mijn haren naar achteren. Ik ben geïnteresseerd en dat is veelbelovend. Maar hoe ga ik dit aanpakken? Ik heb Juul nodig. Nu!
‘Heb je het naar je zin?’ Zijn ogen blijven mijn blik vasthouden. Ik ben blij dat mijn rode jurk mouwloos is en mijn - inmiddels klotsende - oksels niet zichtbaar zijn.
Ik knik en probeer naar Juul te gebaren dat ik een drankje nodig heb. Toegeknepen lichtgrijze ogen staren me aan.
‘Kom. We gaan naar de bar. Even goed voor je zorgen. Deze prachtige dame mag het aan niets ontbreken. Kom maar. Ik bijt niet.’
Hij pakt me bij de hand. Even twijfel ik en snap ik niet hoe ik ineens in deze situatie terecht ben geraakt, maar ik haak mijn vingers in de zijne. Hij voelt warm, sterk en tegelijkertijd zacht aan.
‘Zo. Vodkaatje?’
Boris pakt mijn schouder en knijpt er een beetje in. Hou op met dagdromen Anna, spreek ik mezelf toe. Alles, maar dan ook alles aanpakken wat je maar afleidt van het ‘echte’ leven, van de wetenschap dat je verliefd bent op de verkeerde en dat hij nog van niks weet.
‘Ja, lekker. Vertel, waar ben je zoal mee bezig, Boris?’ Mijn mondhoeken gaan tot mijn eigen verbazing omhoog. De zeer oppervlakkige zin pers ik er gelukkig met weinig moeite uit. Dit is als fietsen. Gewoon gaan!
‘Ik heb een eigen kunstgalerie.’
Een eigen galerie, wow. Komt mijn blauwe maandagstudie kunstgeschiedenis toch nog goed van pas. Ik kijk nog eens naar het lijf voor me en trek de conclusie dat het me totaal geen moeite zou kosten om seks met hem te hebben. En dan slaan mijn gedachten weer om. Drie weken weg met zijn vrienden. Hoe kon hij? Natuurlijk weet ik donders goed dat Daan geen idee heeft van mijn gevoel, maar dan nog, hij leeft zijn leventje maar door. Ik hang ergens te wapperen, als een blaadje aan een kale boom gedurende de herfst.
‘Joehoe, Anna, waar zit jij met je gedachten, pop? Kom, we moeten nu gaan. Joost wordt iets te handtastelijk. En ik hoor dat-ie een vriendin heeft. Zó geen zin in.’
Juul pakt me vast bij mijn middel. Ik kijk Boris aan met een verontschuldigende blik.
‘Hier, voor jou. Bel me maar als je zin hebt om een keer af te spreken.’
Ik sla de vodka achterover en kijk naar zijn visitekaartje. Boris de Ryzer. Kunstmanager. Zou het medium uit Zeeland dan toch gelijk krijgen?
‘Wie was dat lekkere ding?’
‘Boris. Eigenaar van een kunstgalerie. Leuke man, toch?’
‘Schat, ik denk dat alle vrouwen hier het liefst in jouw schoenen hadden gestaan. Zag je die jaloerse blikken niet? Hij lijkt wel een personage uit de Game of Thrones. Het is dat die Joost me heeft afgeleid, anders had ik het ook wel geweten. Maar hij is voor jou.’
De volgende dag toets ik met trillende vingers het nummer van Boris. Ik weet niet of ik dit doe om Daan te vergeten of om iets aan mezelf te bewijzen. Ik zucht diep. Hij gaat over.
‘Galerie de Ryzer. Met Boris.’
‘Boris, hi, met Anna.’
‘Anna? De lady in red? Ik hoopte al dat je zou bellen. Hoe gaat het?’
Hij klinkt als een robuuste, warme kop koffie. En voor ik het weet heb ik voor aanstaande vrijdag een date.
Wordt vervolgd...
Lees hier deel 1: Daan en de legoblokjesseks
Lees hier deel 2: een donzen dekbed in de zomer
Lees hier deel 3: gedaan met Daan
Lees hier deel 4: het bouwpakket
Lees hier deel 5: In de aanbieding