Anna Karolina #184: Daan en zijn grote mond
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Op haar huwelijksreis met Daan kon ze de waarheid even negeren, maar nu ze weer thuis zijn haalt het haar snel in. En dat Julia nu weet van de baby en confronterende vragen begint te stellen, helpt ook niet mee.
De huwelijksreis bood enige bescherming tegen de realiteit, maar die heeft nu dubbel en dwars door het immense luchtkasteel haar speer afgevuurd. Gedurende de gehele terugvlucht slaap ik. Ik ben doodop. Zelfs het eten kan me gestolen worden. Ik wil naar bed. Naar mijn eigen bed. Mijn oude bed dat niet meer daar is. De enige plek waar ik me altijd veilig waande. Ook gedurende mijn affaire met Daan. Hoeveel tranen ik daar niet heb gelaten! Na weer een heftige nacht samen kroop ik erin en huilde ik mezelf tot slaap bij de gedachte dat hij nu bij Claudia was, bij haar, en niet meer bij mij. Ik mocht hem even lenen, me even uitleven op zijn lijf, that's all. Dat besef maakte me iedere keer wanhopig leeg en deed me voelen als het meest domme schepsel ter wereld. Afhankelijk en zwak. En iedere keer weer zei ik tegen mezelf: dit was de laatste keer, nu is het klaar, nu kom je op voor jezelf. Je verdient meer.
Lees ook: Anna Karolina #183: Een duistere periode
Daan laat me gelukkig met rust en doet alles om ons zo geruisloos mogelijk weer thuis te krijgen. Na een stille taxirit zijn we dan eindelijk thuis en kruip ik zonder een zinnig woord te uiten het bed in. De lakens ruiken muf na wekenlang onaangeraakt hier te hebben gelegen, maar ik heb geen energie om ze te verschonen. En normaliter zou ik ook meteen beginnen met het uitpakken van mijn koffer, maar dat kan me nu ook allemaal niks meer schelen. Ik hoor voetstappen en doe heel snel alsof ik al in diepe slaap lig.
'Schatje, zal ik bij je komen liggen?'
Ik blijf stil.
'Anna, slaap je?'
Ga weg, dat is het enige wat ik wil, denk ik bij mezelf en draai me van hem weg.
Ik kan niks verdragen van hem. Ineens voel ik afkeer van ieder geluid, ieder aanblik, iedere ademtocht die hij maakt. Ik wil stilte, duisternis, niemand en niks.
Daan staakt zijn poging en doet de deur stilletjes achter zich dicht. Ik slaak een diepe zucht. Eindelijk alleen. Er kan natuurlijk nog van alles gebeuren. Wie weet of het vruchtje bij me wil blijven? Het is nog zo pril. Ik snap het enthousiasme van Daan best wel, maar ik ben zeker niet van plan iemand op de hoogte te stellen van mijn huidige situatie. Ik val al snel in een diepe slaap en droom van woeste zeeën en witte sneeuwvlaktes.
'Liefje, wakker worden.'
Ik voel hoe Daan me over mijn wang streelt en open geïrriteerd mijn ogen.
'Laat me nou.'
Lees ook: Anna Karolina #182: De hereniging
'Schat je ligt al uren te slapen, het is al avond, kom, je hebt bezoek. Anders slaap je straks niet meer.'
'Bezoek? Wie dan?'
'Julia is hier. Kom, ze kan niet wachten om je te zien. Ze is dolblij.'
Ik veer onmiddellijk op en kijk Daan onbegrijpend aan.
'Heb je het haar verteld?'
'Ja, he he, hoe verklaar ik anders dat jij urenlang midden op de dag voor pampus ligt. Het is je beste vriendin.'
'Hoe dom ben jij? Dan zeg je toch gewoon dat ik moe ben van de vlucht of zo. Dan verzin je toch gewoon een normaal excuus? Mag ik verdomme alsjeblieft even zelf bepalen wie ik wat ga zeggen.'
'Waarom doe je zo? Ik zou bijna denken dat je helemaal niet blij bent met het nieuws.'
'Daan, hou op.'
Ik duw hem opzij en ren de trap af. Julia staat met haar telefoon in de hand, diep in gedachten verzonken, midden in de huiskamer te ijsberen.
'Julia, wat doe je hier?'
'Anna, eindelijk, ik wil met je praten. Ik heb je huwelijk gemist en blijkbaar veel andere nieuwe ontwikkelingen. Het is ruim een maand geleden dat we elkaar hebben gesproken. Ik mis je.'
Heel snel maak ik de overweging in mijn hoofd, dat het beter is om haar als vriend, dan als vijand in mijn leven te hebben op dit moment, en ik neem haar bij haar beide handen vast.
Lees ook: Anna Karolina #181: De terugkeer van Isabella
'Wat fijn. Echt. Ga zitten. Wil je thee?'
'Ja. Doe maar.'
Ik loop naar de keuken en voel hoe mijn ledematen trillen van de zenuwen. Het belangrijkste nu is haar zover te krijgen dat ze haar mond niet voorbijpraat tegen Damir. Anders heb ik helemaal de poppen aan het dansen. Ik schrap mijn keel en hoor hoe mijn stem alsnog overslaat:
'Voel je je weer beter?'
'Hoezo?'
'Ehm, ik hoorde dat je in het ziekenhuis lag.'
'Ah ja, lief dat je ernaar vraagt.'
Ik hoor haar sarcasme, maar doe net alsof ik gek ben en ga door met het zoeken naar de theezakjes.
'Ja, Damir was bij me. Heb je hem nog gezien op je bruiloft?'
Ik stop mijn zoektocht en verroer me geen millimeter. Ik voel de ogen van Daan als laserstralen schijnen op mijn rug en weet dat alles afhangt van mijn reactie.
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.