Anna Karolina #210: Verscheurde liefde
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Wanneer Anna denkt het ergste te hebben gehad, gebeurt het ondenkbare.
De aanblik van Damir en Isabella veroorzaakt een pijnlijke steek in zowel mijn hart als mijn buik. Tranen blijven uit. Alsof ik uit zelfbescherming al mijn lichamelijke functies on hold heb gezet. Twee broeders snellen na Damir de kamer binnen en helpen me van de vloer het bed weer in. Damir draait zich niet eens naar me om en blijft onafgebroken, onsamenhangend, woorden fluisteren tegen Isabella.
Lees ook: Anna Karolina #209: Op het nippertje
'Laat dat. Ze heeft me pijn gedaan Damir.'
Smekend kijk ik hem aan. Hij draait nu zijn hoofd mijn kant op en zijn blik huisvest zoveel haat dat ik verschrikt terugdeins in het kussen.
'Ik heb je gezegd dat ik dit op zou lossen. Kijk wat je gedaan hebt.'
'Maar ze wilde me doden, Damir je moet me geloven.'
Mijn keel knijpt samen en ik voel de handen van Isabella nog steeds knellen om mijn hals. Slikken doet pijn en ik weet me geen raad met dit alles. Hij gaat nu ook op de grond zitten en trekt haar tegen zijn borst aan. Visioenen uit mijn nachtmerrie verschijnen voor mijn ogen. Het gaat haar nog lukken ook. Dat smerige wijf gaat het voor elkaar krijgen om onze liefde de das om te doen en hem voor zich te winnen. Dit kan niet waar zijn. Hij moet beseffen dat niemand zoveel van hem houdt als ik.
'Damir, alsjeblieft...'
En dan ineens, als uit het niets, voelt het alsof ik word doorboord door een ijskoud, vlijmscherp mes en schreeuw ik het uit. Het klinkt niet eens menselijk, eerder als een gewond dier dat smeekt om hulp. Mijn lijf krimpt ineen en lijkt vanbinnen een verwoestende ravage aan te richten.
'Anna. Anna, wat is er?'
Hij staat nu aan mijn bed, maar niks doet er meer toe. Dit is niet goed. Hier gaat iets totaal mis.
'Het is de baby.'
De chaos wordt vervangen door een vreemdsoortige ontlading. Het voelt alsof hete vloeistof zich rondom mijn organen nestelt en alles stillegt. Weer gil ik het uit en dan zie ik de vlek. De donkere vlek die zich, als een duistere nacht, verspreid op het laken. Ik voel mezelf wegglijden. Ik heb nooit goed tegen bloed gekund. Mijn hoofd tintelt en alles draait.
'Help haar', hoor ik nog net galmen tussen mijn oren als ik in het volledige niks verdwijn.
Twee uur later
Om me heen zwaaiend ontwaak ik en word direct tot bedaren gebracht door een zuster.
'Rustig nu maar, kindje. Rustig maar.'
Ik sper mijn ogen open en zie weer die verschrikkelijke liefdeloze tl buizen boven me. De geur, de kilte. Waarom ben ik nog steeds hier? Het lijkt wel een nooit eindigende nachtmerrie. Alsof ik in een gekmakende loop zit en er maar niet uit zie te geraken.
Lees ook: Anna Karolina #208: Wie is er nog te vertrouwen?
'Mijn baby. Ons kindje.'
Ik voel de koude handen van de vrouw op de mijne en weet wat dat betekent. Het kindje is weg. We zijn het kwijt. Ons kleine wonder is niet meer. Ik wil niemand zien, tegen niemand praten, ik wil helemaal niks. Ik wil verdwijnen om nooit meer terug te komen. De pijn overstijgt al het lichamelijke. Deze pijn heeft niks meer met een wond te maken. Dit valt niet te genezen. Dit valt niet te helen. Dit bloedt en bloedt tot er niks meer over is dan leegte en waanzin. Hoe ga ik dit ooit nog te boven komen? En hoe kan ik Damir onder ogen komen? Dit vergeeft hij me nooit, dit vergeef ik hem nooit, wij kunnen nooit meer de liefde en geluk samen vinden met dit vreselijk verdriet en verlies dat altijd tussen ons in zal blijven staan. Wij waren zo dichtbij. Zo dichtbij de droom. Hoe kan dit ooit nog goedkomen?
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.