Anna Karolina #176: De vrouw van Damir
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Terwijl Anna zich eindelijk klaarmaakt voor haar huwelijk met Daan, komen we erachter hoe het zit met de vrouw van Damir.
Ik zie haar nog naar me kijken. Vol ongeloof en vol pure haat. Als ze me nou gewoon had laten uitpraten, had ze de situatie beter begrepen. Ik ben getrouwd ja, maar niet uit liefde. Isabella is een collega. Weliswaar hadden we in het begin een kleine fling, maar dat is allang voorbij. Dat trouwen was een overhaast besluit voor een zaak waar we allebei aan werkten. Niks anders. Het moest lijken alsof we gingen trouwen, anders zou onze dekmantel wegvallen, maar uiteindelijk is de gehele procedure geldig verklaard.
Lees ook: Anna Karolina #175: Het stadhuis
We hadden wel andere prioriteiten dan het ongeldig verklaren ervan. Isabella werd uitgezonden naar het buitenland. We hadden dit allang moeten regelen, maar ik kan haar simpelweg niet bereiken. Weer één of andere undercoveropdracht van haar. Onvindbaar is ze. Maar zo snel ze kan neemt ze contact met me op, dat is afgesproken.
Ik moet Anna dit uitleggen. Ik wil er niet eens aan denken wat er nu allemaal in haar hoofd omgaat. Maar ik moest het opbiechten. Ik moest eerlijk tegen haar zijn. Dit zou uiteindelijk toch aan het licht komen. Maar waarom heb ik het nú gedaan? Uitgerekend na het bedrijven van de liefde met haar? Uitgerekend de dag voor haar geplande bruiloft? Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Dit is pure zelfsabotage. Ik ben handig in veel dingen, maar gevoelens zijn mijn achilleshiel.
De regen komt nog steeds met bakken uit de lucht. Alles aan deze nacht voelt onheilspellend. Eerst maar richting Julia. Die poppenkast moet stoppen. Dan maar klaar met die hele zaak. Ik wilde er al eerder mee kappen, en nu de keuze valt tussen Joost of Anna, is die snel gemaakt. Ik stap uit de wagen. Het huis is verlicht, maar ziet er uitgestorven uit. Ik stap naar binnen en knoop nog snel mijn natte haren in een knot.
'Juul, Julia?!'
Ik roep haar naam, maar hoor niks. Ik loop naar boven.
'Julia! Fuck.'
Julia ligt op de grond in haar slaapkamer. Een spoortje bloed sijpelt bij haar slapen en een fles rode wijn ligt kapot aan haar zijde. Het enige dat ik kan bedenken is dat ze gevallen is en zich bezeerd heeft aan de tafel die verschoven is en onder de bloedsporen zit.
Ik snel naar haar toe en voel aan haar pols. Ze leeft. Ik pak haar snel op en ren naar buiten. Gelukkig staat de wagen er nog.
'Snel, richting het ziekenhuis.'
De man heeft al veel gezien vanavond, maar zit nu helemaal beduusd naar ons te staren.
'Ga, rijden, nu!'
Een kleine tien minuten later ren ik met Julia in mijn armen de eerstehulppost binnen. Meteen worden we geholpen, en ik vraag me af hoe dit allemaal zo'n zootje heeft kunnen geworden. Anna gaat morgen trouwen. Julia ligt in het ziekenhuis. En ik, ik ben mezelf compleet kwijt. Ik plof neer in een stoel in de wachtkamer en staar voor me uit. Een uur later, als het niet langer is, komt de arts.
'U bent familie.'
'Politie, en een goede vriend.'
Ik identificeer mezelf en de arts knikt.
'In dat geval, uw vriendin is buiten levensgevaar, maar dat scheelde niet veel.'
'Pardon?'
'De wond is veroorzaakt door de val, maar de val gebeurde op het moment dat mevrouw buiten bewustzijn raakte van de medicijnen die ze heeft geslikt. Of nou ja, medicijnen... een foute combinatie van drugs zal ik maar zeggen. Een flinke hoeveelheid daarvan. Dat allemaal samen met alcohol is haar bijna fataal geworden. U bent er net op tijd bij geweest.'
Ik zucht diep. Het kan niet anders dan dat ik de oorzaak ben van deze ellende. Natuurlijk heeft Julia doorgehad dat ik er met Anna vandoor ben gegaan. Ze is niet gek. Dit is waanzin. Nu heb ik twee vrouwen al de dupe laten worden van die hele klus. Twee beste vriendinnen nota bene.
Ik doe geen oog dicht die nacht en blijf in het ziekenhuis. De volgende ochtend ontwaak ik in de stoel naast Julia. Haar ogen zijn geopend.
'Hé, ben je wakker?', vraag ik zacht.
'Hoi, ja.'
'Hoe voel je je?'
'Kut, maar dat is wel duidelijk lijkt me. Wat doe jij hier?'
'Ik ben hier gebleven.'
'Maar je ging gisteren met Anna mee, lieg niet want ik heb je in de auto zien stappen.'
'Klopt.'
Lees ook: Anna Karolina #174: De plottwist
'Waar is ze dan?'
'Ik denk ondertussen wel onderweg naar het stadhuis.'
'Hè, wat?'
Julia probeert omhoog te komen, maar laat zich met een vertrokken gezicht weer terug in de kussens vallen.
'Hoezo gaat ze toch nog trouwen? Hou jij niet van haar dan?'
'Jawel.'
'Luister, ook al heb ik een gebroken hart, dat wil nog niet zeggen dat ik wil dat mijn beste vriendin de grootste fout van haar leven maakt. Het klinkt misschien wel erg zweverig, maar de afgelopen ochtenduren hebben doen inzien waar het om gaat. Wij waren nooit echt. Dat weet ik allang. Maar jullie wel. Je moet haar tegenhouden Damir. Hier krijg je spijt van. En zij ook.'
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.