Anna Karolina #168: Damirs kant van het verhaal
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. We krijgen eindelijk Damirs kant van het verhaal te horen. En die blijkt wel heel ingewikkeld te zijn.
Ik kijk naast me en zie Julia met haar open mond en een nattige neus diep in slaap liggen. Nooit heb ik er zo'n chaos van gemaakt als nu. Mijn werk vereist afstand tot anderen. Juist door mijn gevoel uit te schakelen kan ik alles goed overzien en kan ik de juiste keuzes maken. Deze hele zaak stinkt. Ik wil het niet toegeven, maar ik heb gefaald. Ik haal de slaap uit mijn ogen en sta op. Ik hoor hier niet thuis. Ik moet mezelf herpakken. En dan schieten de beelden van Anna door mijn hoofd. Haar vragende blik. Haar onbegrip. Ik heb een lange tijd gekeken in die ogen, geprobeerd het niet te zien, of in ieder geval er geen barst om te geven, maar haar liefde, haar gevoel voor mij is puur. Het manipuleren van subjecten die me dichter bij mijn doel kunnen brengen was nooit een grote opgave, maar deze keer is anders. Ik kijk naar mezelf in de badkamerspiegel en voel een misselijkmakende woede.
Lees ook: Anna Karolina #167: Anna's keuze
'Klootzak die je bent', mompel ik tegen mezelf.
Ik storm de slaapkamer weer in, gris mijn spullen van de stoel, kleed me vlug aan en knal de deur achter me dicht. Er is maar één ding dat me te doen staat nu. Ongedoucht en ongeschoren zoals nooit tevoren loop ik met grote opgefokte passen richting kantoor. Ik ga van deze hele zaak af. Het heeft me niks dan ellende gebracht, en die hele Joost kan de pot op met zijn fucking handel. Ik moet hier wegkomen. Ik heb dat arme kind besodemieterd en pijn gedaan. En ineens stop ik. Ik voel mijn hart. Het verkrampt. Wat is dit? Warrig haal ik mijn hand door mijn haren. Het hangt los en ongetemd langs mijn kop. Ik ben niet mezelf. Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?
'Fuck!', schreeuw ik midden op straat. Mensen draaien zich om en kijken bijna angstig of juist helemaal onverschillig mijn kant op. Ik zie alleen maar haar gezicht voor me. Ik voel haar lijf tegen het mijne. Niemand heeft me zo aangeraakt als deze vrouw. Mijn rol als harteloze eikel leek me op het lijf geschreven, maar wat ik nu voel is allesbehalve harteloos. Voor het eerst bonkt het gespierde orgaan het bloed door mijn aderen en doet me voelen dat ik leef. Ik heb mijn werk op plaats één gezet, geen vriendin, geen familiebezoeken, laat staan een hond om enige genegenheid van te krijgen. Waar heb ik het ineens over? Ik ben volkomen de draad kwijt. Hoe kan één persoon op deze hele aardkloot ineens zo'n invloed op me hebben? En Damir is niet eens mijn echte naam. Hoe kan Anna eigenlijk houden van een man die ze niet eens kent? Ik ben helemaal geen genadeloze crimineel. Niet de harde man die ik heb neergezet.
'Sebastiaan, daar ben je. Man wat zie je eruit. Kom hier.'
Het kantoor is gelukkig leeg, alleen Wouter staat zoals altijd met zijn belachelijke e-sigaret in de hand en zijn bierbuik voldaan rond te zwalken alsof de hele afdeling van hem is.
Lees ook: Anna Karolina #166: Damirs dubbelspel
'Ik kap ermee.'
'Wat bedoel je? We zitten toch op het goede spoor, man.'
'Nee, het is een doodlopend spoor. Het is niet te doen. Ik ben er klaar mee.'
'Dit flik je me niet. Je was toch bezig met iemand die je kon brengen bij de juiste jongens. We moeten deze zaak rond krijgen. Man, dat snap je toch wel.'
'Ik snap niks meer.'
Ik plof neer in de stoel en ruik de geur van Julia om me heen hangen. Ik walg van mezelf. Ik ben te ver gegaan hierin. Er is op dit moment een andere zaak gaande die belangrijker is. En dat is Anna terugkrijgen en eens voelen hoe het is om echt te zijn met iemand waar ik bij wil zijn. Mezelf zijn en niet een rol spelen. Mezelf vinden en niet kwijtraken. De tijd is aangekomen en hopelijk is het niet te laat.
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.