Anna Karolina #170: Het einde van Damir
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Met de limousine van haar vrijgezellenfeest is ze onverwachts bij het huis van Damir beland. Damir laat zijn kans niet liggen.
Mijn plan is duidelijk. Ik moet haar zien te spreken voordat ze het huwelijksbootje instapt. De tijd dringt. Maar zomaar aanbellen bij het huis van Daan en haar is geen optie. Ik neem een slok whiskey en staar uit het raam als ik een limousine voor het huis zie stoppen. Ik herken het belachelijk blije kind dat naar buiten springt nog uit Marrakech en spring haastig op. Ik voel haar aanwezigheid. Het kan niet anders dan dat ze daarbinnen zit. Het is nu of nooit. Ze gaat verdomme morgen trouwen. Dit is de laatste kans om alles nog recht te zetten. Een pasgetrouwde vrouw ga je niet lastigvallen met je liefde. Dat is belachelijk zielig. Eenmaal van een ander, dan laat je haar met rust. Ook al weet ik dat het hypocriet klinkt. Ik heb haar tijdenlang in mijn bed gehad, maar toch voelt het anders als ze eenmaal haar geloften heeft afgelegd. Ik ben misschien wel een klootzak, maar zelfs voor mij zijn sommige dingen heilig. Ik ren achterom en volledig buiten zinnen kom ik aan bij de wagen en glij ik naar binnen. Daar zit ze. Ze zegt iets, ik ook, maar het komt even niet binnen. Ik ben compleet van de kaart. Pas na een paar tellen hoor ik wat ze zegt.
Lees ook: Anna Karolina #169: Anna's bachelorette
'Wat doe je? Ik wil je niet. Ik ga morgen trouwen. Laat me met rust. Je bent gek.'
Ze blijft me aankijken op een manier die stoer en kwetsbaar tegelijk is. Ik weet me geen raad en val voor haar op mijn knieën. Ik geef me volledig aan haar over. Ik ben overgeleverd aan haar hart en hopelijk haar liefde voor mij. Ik wacht af. Ik wacht op de hand die over mijn hoofd zal strelen, op haar zachte stem die me zal vertellen dat het allemaal goedkomt. Maar niks van dit alles gebeurt. De pijn die ik voel is hol en donker. Alsof door haar passieve actie al mijn hoop op geluk is weggevaagd. Ik trek mezelf op en ga naast haar op de leren bekleding zitten.
'Ik heb ertegen gevochten, maar het heeft geen zin. Ik hou van je.'
De woorden vormen een dikke brei in de lucht en blijven ergens op ooghoogte tussen ons in hangen. Ik hoor aan de bekleding dat ze verschuift en ik ruik de warme geur die ontsnapt aan dat kleine gebaar. Er hangt zo veel af van dit precieze moment en ik voel hoe mijn lijf van opwinding in alle staten raakt. Zachtjes leg ik mijn hand op mijn gulp om te voorkomen dat ze ziet dat ik fucking hard ben.
'Ik wil niet zijn met iemand die eerst probeert te vechten tegen zijn gevoelens. Damir, nogmaals...'
Ze kijkt me nu recht in mijn ogen aan en laat dan haar blik hangen op mijn hand die in mijn schoot ligt. Haar borst gaat heftig op en neer. Ik ken haar inmiddels goed genoeg om te weten dat ze net als ik op knappen staat van geiligheid. Oppassen geblazen nu, dit mag niet een ranzig plat stukje seks worden. Ik hou verdomme van die meid. Ik blaas een grote hoeveelheid opgepompte lucht uit en kijk omhoog om te kalmeren.
Dan voel ik haar hand. Zachtjes klimt ze vanuit mijn heup richting mijn harde. Ik kijk haar nu schuldbewust aan. Ik kan dit niet stoppen.
'Sorry, Anna, dit is wat je met me doet. Ik heb vandaag besloten te stoppen met die hele zaak. Er is zo veel dat je niet weet. Maar je kan echt niet trouwen morgen. Kom op. Wees eerlijk. Je weet dat wat wij hebben niet zomaar zal verdwijnen.'
Ze twijfelt. Ik zie het aan haar ogen. En dan de blik. De blik die je hoopt te zien als je verliefd bent. De blik die verraadt dat verzetten geen zin heeft. De tijd staat stil. Alles om ons heen verdwijnt en we bestormen elkaars lijven als uitgehongerde hyena's. Ik proef haar angst en opwinding.
'Ik kan dit niet... Waarom... Je moet weg... Damir alsjeblieft...'
Ik smoor haar smeekbedes met mijn tong. Ik wil er niets van horen. Dit is mijn laatste kans om de vrouw die zo veel met me doet voor me te winnen. Die hele Daan, zielige klootzak dat het is, heeft zijn kans inmiddels wel gehad. Al zo lang heeft hij deze parel in zijn leven en weet hij ermee te kloten. Hoe dan?! Ik grom binnensmonds en pak haar stevig bij haar haren vast. Ik proef de zoute tranen door haar kus heen. Ik hoor hoe ze snikt. Mijn hart verkrampt, ik wil haar niet verdrietig zien, maar dat is wel de uitwerking die ik schijnbaar op haar heb. Ik ga verzitten en duw nog dwingender mijn tong bij haar naar binnen, maar er is iets mis. Het voelt niet meer hetzelfde. Het vuur en verlangen dat tussen ons heerste heeft zich vervormd naar iets pijnlijks. Ik trek me terug en kijk haar strak aan. Zo dicht bij een ander heb ik me nog nooit gevoeld. Alsof ik helemaal in haar ogen kan duiken en mezelf aanschouw via haar blik. Ze is niet sterk genoeg. Ze geeft op. Ze heeft geen weerstand meer en juist dan gebeurt het.
'Sorry Anna. Je hebt gelijk. Ik moet je laten gaan.'
Ze slaat haar ogen neer en een waterval aan tranen vloeit over haar verhitte wangen. Een zacht knikje volgt, en dat kleine gebaar doet me werkelijk sterven.
'Stop de wagen.'
Lees ook: Anna Karolina #168: Damirs kant van het verhaal
Ik stap uit de wagen. Ik kijk niet eens om. Ze rijdt weg. Druppels regen vallen nu op mij en als een verslagen hond kijk ik haar na. Wanneer liefde meer pijn doet dan goed, is het tijd om op te stappen. Ik draai me om, en doe een paar tergende stappen richting mijn lege bestaan. Wat dacht ik eigenlijk ook? Dat deze vrouw haar huwelijk zou cancelen, mij zou verkiezen boven haar vriend? Wat heb ik haar nou eigenlijk gegeven? Seks. Dat is het. Goede seks. Kan ik wel een relatie aan? Man, ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Ik heb nog nooit langer dan vijf maanden met een vrouw gedatet. Laat staan samengewoond of iets dergelijks. Natuurlijk kiest ze voor hem. Ik haal mijn haren uit de knot en laat ze nu als natte slierten langs mijn kop hangen. Het is goed zo. De angst dat ik haar nooit zou kunnen geven wat hij haar geeft, zorgt voor een kleine berusting.
En net als ik lucht uitblaas en besluit vrede te hebben met de pijnlijke gang van zaken, hoor ik hoe een auto in de verte tot stilstand komt. Ik hoor hakken op het asfalt, en zou zweren dat zometeen mijn hart uit mijn borstkas gaat knallen. Ik zie haar. De lantaarnpalen langs de weg verlichten haar stappen en ik heb haar nog nooit zo mooi gevonden. Ze lacht, deze keer lacht ze. Ik durf het bijna niet te geloven en blijf roerloos staan.
'Damir, Damir, wacht.'
Wordt vervolgd. Maar wel pas nadat Anna Karolina heeft genoten van een welverdiende zomervakantie. Begin september is ze weer terug. Tot die tijd blikken we terug op eerdere edities van haar verhaal.
Lees hier meer van Anna Karolina.