Deel 9: De U-turn
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Zo is ze verliefd op Daan, maar er is één probleem: Daan heeft een vriendin.
Mijn mond hangt open. Dit heb ik vast verkeerd gehoord. Ik beluister het bericht nogmaals en hoor Daan de woorden prevelen die mijn hele bestaan doen wankelen. Daan houdt van mij! Hoe dan? Echt?
Langzaam kom ik weer tot mezelf en bedenk dat het aantal minuten dat ik op dit toilet heb doorgebracht het acceptabele heeft overschreden. Ik kijk naar mijn verschrikte blik in de spiegel, maar zie ook een glow die er net nog niet was. Ik spetter wat koud water op mijn gezicht. Tegen de liefde kan geen make up op. Ik open de deur. Twee chagrijnige, jonge meiden staan met hun armen over elkaar te wachten. Ja, sorry hoor, ik had een belangrijke boodschap. Verveeld gaan ze samen het toilet in. Ik begeef me richting de bar.
Boris staat met zijn rug naar me toe. Als ik mijn aanwezigheid kenbaar maak slaat hij nietsvermoedend zijn arm om mijn middel en praat vrolijk door.
‘Weet je, Boris, ik kan het echt niet heel laat maken vanavond. Ik moet morgen werken.’
Hij drukt me stevig tegen zich aan.
‘Nog één drankje en dan breng ik je naar huis, okay?’
Alles gaat langs me heen. Ik mis Juul nu. Als ze dit hoort, wordt ze woedend. Haar bellen is dus geen optie. Ik voel me alleen, met als enige metgezel Daan, die op duizenden kilometers afstand mij schijnt te missen en van mij blijkt te houden. Het ene drankje worden er uiteindelijk toch twee en Boris en ik stappen ver na middernacht de tent weer uit.
‘Taxi.’
Boris houdt een taxi aan en we stappen in.
‘Ik kan echt niet meer rijden Anna. Kan ik vanavond bij jou blijven slapen?’
Boris kroelt met zijn baardje tegen mijn linkerslaap aan. De tintelingen, die ik eerder op de avond voelde, zijn verdwenen. Zijn stoppels voelen aan als schuurpapier en ik zit als een zombie naast hem in de wagen. ‘
Je mag best blijven slapen, op de bank welteverstaan.’
‘Okay.’
Ik ben me bewust van mijn ommekeer en Boris lijkt in zijn hoofd een code te willen kraken die hem weer dichter bij mij brengt. Ik weet dat het onbegonnen werk is. Ik ben verliefd op Daan en Daan houdt van mij. Daar kan niemand meer bij.
Thuis aangekomen geef ik Boris een schone handdoek, een kussen en kruip zoemend van de nacht onder de dekens in mijn warme bed.
‘Welterusten dan maar.’
Zijn stem klinkt schor en in de verte. Ik heb al afscheid genomen, zonder de man ooit te hebben gekend. Mijn hart voelt vol, overvol, van de warme, stroperige gloed der verliefdheid. De zware ademhaling van de vreemde in mijn huis werkt op mijn zenuwen, maar het is nog eventjes afzien. Nog één nachtje slapen en dan zal alles anders zijn.
De man begint al na een paar minuten te snurken. Morgen zal ik Daan bellen en opbiechten dat ik van hem houd. Ik kan niet wachten om de woorden echt uit te spreken, wetende dat het gevoel beantwoord wordt. Ik val gelukzalig in slaap.
De volgende ochtend voel ik ineens een groot gevaarte naast me en iets dat kriebelt aan mijn wang.
‘Bella, Anna, wakker worden. Moest jij niet werken vandaag?’
Boris kijkt me guitig aan. Wat is deze man knap en wat doet het me niks meer nu. Ai, ik had alleen gezegd dat ik moest werken om een excuus te hebben om naar huis te kunnen gisterenavond. Er zit niets anders op dan opstaan. Ik ga rechtop zitten en rek me als een lome poes uit.
‘Anna, is alles okay?’
Ik kijk weg. Dit wordt een mooie dag!
Wordt vervolgd...
Lees hier deel 1: Daan en de legoblokjesseks
Lees hier deel 2: een donzen dekbed in de zomer
Lees hier deel 3: gedaan met Daan
Lees hier deel 4: het bouwpakket
Lees hier deel 5: In de aanbieding
Lees hier deel 6: Vodka en het rode jurkje
Lees hier deel 7: De date
Lees hier deel 8: De kus en de voicemail