Anna Karolina #201: Damirs ontsnapping
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Damir komt eindelijk vrij. Hj haast zich naar het ziekenhuis toe, naar Anna.
Ik heb wel vaker tijd doorgebracht in de cel, maar altijd in het gezelschap van een crimineel die ik zonet had opgepakt. Niet alleen, gekooid als een dier. Dit is echt de slechtste timing ooit. Ik ijsbeer door de grijze ruimte en probeer de gedachten in mijn hoofd te rangschikken, wat totaal niet lukt. Het enige dat wel lukt is opgefokt hardop tegen mezelf lullen.
Lees ook: Anna Karolina #200: Het schot
Ze is zwanger jongen. Je wordt fucking vader. Je moet je leven op de rails zien te krijgen. Dit is menens. Kijk wat je werk je gebracht heeft! Alleen maar ellende. En de enige die je hier vertrouwde, heeft je ook een fucking smerige streek geleverd. Hoe heb ik me ooit zo kunnen vergissen in Isabella? Ik dacht met mijn pik en niet met mijn hart. Die nacht had ook nooit mogen gebeuren.
Met mijn rechtervuist sla ik zo hard ik kan tegen de muur. Ik voel de pijn niet eens. Dit gevoel van gevangenschap en totale hopeloosheid maakt me gek.
'Hey, rustig aan jongen.'
Ik hoor de sleutel in de deur en zie mijn chef.
'Chef. Je moet me vrijlaten. Luister, hier is iets heel ergs aan de hand. Isabella zou me nooit in deze mate verraden. Ze moet zijn bedreigd of wat dan ook. Ze is jarenlang mijn partner geweest, ik heb haar onder mijn vleugels genomen, ze zou dit nooit zomaar doen.'
'Ze beschermt je.'
'Wat?!'
'We hebben net het bericht binnen gekregen dat er plannen waren om jou uit te schakelen. De telefoons zijn afgetapt. Je weet wie. Ze heeft je niet verraden of wat dan ook, ze heeft er gewoonweg voor gezorgd dat ze niet bij je konden.'
'Laat me gaan. Ik moet haar vinden.'
'We weten waar ze is. Pak je spullen. Hier.'
Hij drukt mijn wapen in mijn hand en slaat met zijn vlakke hand op mijn rug.
'Ik ga met je mee. Kom.'
Adrenaline giert door mijn lijf.
'Waar is ze? Waar is Isabella?'
Hij start de wagen en kijkt me vreemdsoortig medelijdend aan.
'Ze is bij haar. Bij de vrouw waar je het over had. Bij Anna. Ze zijn in het ziekenhuis en we hebben net vernomen dat er mannen op af zijn gestuurd.'
'Ga verdomme sneller. Zet de sirene aan. Schiet op.'
'Rustig jongen. Ik doe dit ook buiten het boekje om. We zijn de enigen die weten van de hele toestand en als ze boven erachter komen dat ik je help hang ik ook aan de galg.'
'Als er iets gebeurt met een van hen, hangen ze allemaal. Dat moet je beseffen chef. Ik ga niet rusten totdat ik ze allemaal achter de tralies heb. Drugs, wapens, het doet er allemaal niet toe, we weten allebei hoe diep ze in die shit zitten, maar als ze aan iemand komen waar ik van hou, gelden er geen regels meer.'
'Je slaat wartaal uit. Als jij dit buiten het boekje om doet zul je ze alleen maar helpen. Je weet hoe het werkt. Dan gaan ze vrijuit. Wat heb ik je geleerd jongen, stap voor stap en vooral geen fouten maken.'
Ik staar naar het wapen in mijn handen en weet waartoe ik in staat ben. Als iemand aan mijn liefde komt, aan Anna, die mijn kind in zich draagt, is de wereld te klein voor ons beiden. Ik knars met mijn tanden en voel hoe mijn kaken zich op elkaar klemmen. We gaan de bocht om en ik zie het ziekenhuis al in de verte.
En dan klinken er haperingen uit de politieradio.
Lees ook: Anna Karolina #199: De ontsnapping
'Wat zeg je. Herhaal dat.'
Chef draait de volumeknop van de radio verder open.
'Assistentie verzocht. Schoten gelost in Ziekenhuis-West. Herhaal. Assistentie verzocht...'
Als een bezetene schuif ik op mijn stoel en kijk ik om me heen. Ik word gek, ik ontplof, ik raak mijn ratio compleet kwijt. En ineens zie ik haar. Echt. Ze is het echt. Ze rijdt in de tegenovergestelde richting. Ze leeft.
'Draai om. Ze is daar. Ze zit in die zwarte Prius. Draai om verdomme.'
'Agent neer. Ik herhaal. Agent neer. Assistentie verzocht. Ziekenhuis-West.'
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.