Anna Karolina #58: Betrapt
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Haar leven met Daan kan eindelijk beginnen. Maar nu blijkt hij tijdens Claudia naar Anna nóg een scharrel te hebben gehad: de buurvrouw nota bene.
Het beste is niet stoppen en gewoon doorlopen. Loop door Anna, loop door, mompel ik binnensmonds. Maar mijn lijf besluit anders en ik blijf staan.
Lees ook: Anna Karolina #57: Skeletten in de kast
‘Wat moet jij van Daan?’
‘Hoezo? Wie ben jij?’
‘Zijn verloofde.’
De zonet nog vol bluf kijkende kleine trien, lijkt ineens te wankelen op haar hakken.
‘O, dan zal ik me even voorstellen. Hi, aangenaam, ik ben Monique. Een oude vriendin van Daan.’
Ze steekt haar hand uit.
‘Hou dat kinderhandje maar voor je. Hij heeft me alles verteld. Dus als ik jou was, zou ik weer lekker terugdartelen naar je huis en iemand zoeken die wel beschikbaar is.’
Ik weet dat ik weinig recht van spreken heb na mijn jarenlange affaire met Daan, maar iemand moet deze feeks de waarheid vertellen. Als Claudia me eerder had aangepakt, zat ik nu niet met dit onzekere gedoe. Ik besef me ineens wat een zielloos monster ik jarenlang ben geweest. Dit is allesbehalve grappig. Dit is wat Claudia dus ook moet hebben gevoeld.
‘Eh, ik heb liever dat Daan me zelf te woord staat.’
‘Dat dacht ik niet.’
Ik maak mezelf groot en blijf voor haar staan. Ik hoor achter me een deur dichtslaan.
‘Anna. Kom naar binnen.’
De stem van Daan klinkt dwingend. Er klinkt een piepsignaal uit de broekzak van de buuf. Ze kijkt, fronst en maakt aanstalten om weg te lopen.
‘Stom wijf.’
Ze spuugt op de grond, draait zich om en kiest het hazenpad.
‘Ja, nu durf je wel, hè! Ordinaire trut.’
Ik schreeuw haar na en twijfel om een sprint te trekken, maar ik voel de hand van Daan op mijn schouder.
‘Schat, kom. Laat je niet kennen.’
We lopen weer naar binnen.
‘Wanneer was de laatste keer dat je haar zag?’
‘Weet ik veel, een paar weken geleden ofzo. Toen jij weg was en Claudia zogenaamd zwanger. Toen ergens.’
Daan stottert. Mijn hele lijf trilt.
‘Geef me je telefoon.’
‘Wat?’
‘Hoezo wat. Geef me gewoon je telefoon. Ik wil weten wat je haar gestuurd hebt.’
‘Waar heb je het over?’
Ik blijf met mijn hand uitgestoken staan en kijk hem recht aan.
‘Anna, dit gesprek hebben we al eerder gevoerd. Vertrouwen, daar gaat het om.’
‘Nadat ik in je telefoon heb gekeken en geen reden zie tot wantrouwen, beloof ik plechtig je met de honderd procent te vertrouwen. Deal?’
‘Anna, doe niet zo kinderachtig.’
Ik weet dat hij liegt. Ik moet hoe dan ook zijn mobiel te pakken krijgen. Hij gaat zometeen al zijn sporen wissen. Ik heb weinig tijd.
‘Oké, sorry. Ik liet me even gaan.’
‘Kom hier lieverd. Het is oké.’
Ik omhels hem, voel zijn lijf bezweet tegen het mijne en kan zijn angst ruiken. Ik laat mijn arm zakken en in een snelle beweging gris ik zijn mobiel uit zijn kontzak.
Lees ook: Anna Karolina #56: De buurvrouw
‘Anna! Geef hier!’
Zijn blik verandert.
‘Anna, ik ben bloedserieus.’
‘Ik ook.’
Ik open het scherm en zie zijn laatste bericht.
Ga naar huis. Ik kom deze week langs om alles uit te leggen. X
Ik smijt het toestel op de grond en ren naar de slaapkamer boven. Ik ga op het bed zitten en wieg mezelf als een krankzinnige van voor naar achter.
‘Ik kan dit niet, ik kan dit niet.’
Ik blijf de woorden herhalen en probeer mezelf rustig te krijgen door diep adem te halen door mijn hysterische huilbui heen. Wat had ik ook verwacht? Dat hij ineens anders zou zijn? Een liefhebbende vriend. Een man die je kunt vertrouwen. In wat voor fantasiewereld leef ik?
Ik hoor Daans voetstappen op de trap en kijk wanhopig op.
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.