Anna Karolina #203: Anna vecht terug
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Anna zit bij Daan in de auto. Bij een tankstation doet ze een poging om van hem af te komen.
Ik voel me slap, maar net sterk genoeg om te beseffen dat ik mijn krachten moet sparen. Daan is duidelijk iets van plan, maar wat dat precies is, is me niet duidelijk. Ik tel tot tien en adem diep in en uit.
'Waar breng je mij eigenlijk naartoe?'
Lees ook: Anna Karolina #202: De waarheid boven tafel
'Maak je geen zorgen. Naar een veilige plek. Met grote dank aan je vriendin.'
'Isabella? Isabella is niet mijn vriendin Daan, dat weet je best. Waar is ze? Heb je haar achtergelaten bij die nare kerels?'
'Maak je om haar maar geen zorgen schat. Zij is in goede handen.'
Zijn rechtermondhoek krult omhoog. Er zit maar een ding op en dat is meedoen met zijn spel. Ik slaak een diepe zucht en leun zogenaamd relaxed naar achteren.
'Ben blij dat ik bij je ben nu. Ik heb me altijd veilig gevoeld bij je Daan.'
Hij bijt op zijn onderlip en kijkt peinzend voor zich uit. Het is tijd dat ik wat beter mijn best doe:
'Damir is met haar naar bed geweest, weet je dat?'
Daan kijkt verbaasd mijn kant op.
'Ja, echt een klootzak. Ik denk ook dat hij daarom nu hierheen kwam. Zij is zijn nummer één. Mij zal hij vast niet zoeken. Mij is hij liever kwijt dan rijk.'
'Ik zorg nu voor je lieverd. Vanaf vandaag is het kind in je buik niet van hem. Ik zal ervan houden als dat het van mij is, van ons. Zo heeft het altijd al moeten zijn.'
'Ja, je hebt gelijk. Zo heeft het inderdaad moeten zijn.'
Daan reikt zijn hand uit en plaatst deze op mijn kleine bolling. Mijn lijf verkrampt onder deze onverwachte aanraking en ik voel me instant misselijk.
'Kunnen we stoppen Daan?'
'Nee.'
Hij aait over mijn buik en knijpt er een beetje in. Ik draai op mijn stoel en moet me uiterst inhouden om zijn klauw niet weg te slaan.
'Daan, alsjeblieft, ik ben misselijk. Ook al is het niet jouw auto, rijden met kotslucht lijkt me voor niemand fijn.'
'Verdomme.'
Hij haalt abrupt zijn hand weg en slaat af naar rechts. We naderen een tankstation en als een bezetene beginnen mijn ogen alles in zich op te nemen om zo snel en effectief mogelijk te handelen.
'Ga. Ik wacht hier op je.'
Daan stopt de auto bijna voor de deur van een toilet en kijkt geïrriteerd naar zijn horloge en de gps.Ik veer op en sprint naar binnen.
'Mevrouw, alsjeblieft, mag ik even uw mobiel lenen. Ik moet dringend bellen. Alsjeblieft.'
'Natuurlijk kind, rustig aan.'
De toiletdame overhandigt me haar telefoon en ik type Damirs nummer in. Hij gaat over maar hij neemt niet op. Fuck.
'Neem verdomme op Damir', schreeuw ik uit frustratie.
'Oh lieverd, laat gaan die kerels. Het is altijd hetzelfde liedje. Als je achter ze aan gaat rennen ze weg, loop je van ze vandaan, trekken ze je weer terug. Je weet dat mannen net een elastiekje zijn he? Ze kunnen niet anders, ze laten je in het ongewisse en dan bam, met de grootste kracht, veren ze weer jouw kant op.'
'Ja, u heeft gelijk.'
Ik veins een glimlach en dank de vrouw voor haar tegeltjeswijsheid. Ik tik het andere nummer in dat ik uit mijn hoofd ken.
Lees ook: Anna Karolina #201: Damirs ontsnapping
'Juul, je moet me helpen. Ik ben ontvoerd uit het ziekenhuis, door Daan.'
'Anna, Anna, ben jij dat? Wat zeg je allemaal?'
Ineens sta ik zonder telefoon in mijn hand en zie ik de ogen van de toiletvrouw groot worden van angst.
'En is het gelukt schat?'
Ik draai me om en staar in de koude ogen van Daan.
'Ik wilde even Juul spreken, ik wilde haar zeggen dat ik uit het ziekenhuis ben.'
'Natuurlijk wilde je dat doen. Maar laten we eerst zorgen dat we veilig zijn voordat we iedereen gaan bellen, okay.'
Daan overhandigt de telefoon aan de dame en lacht vriendelijk. Ik werp de vrouw een smekende blik toe en hoop met heel mijn hart dat ze de politie alarmeert.
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.