Anna Karolina #202: De waarheid boven tafel
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. In het ziekenhuis ziet Damir Isabella. Verzwakt vertelt ze hem de belangrijke informatie over Anna en Daan.
'Laat je verdomme niet zo meeslepen door je emotie. Er is een agent neergeschoten, dat is naar alle waarschijnlijkheid Isabella. Ben je wel goed bij je hoofd, jongen. En die vrouw van je, die zat toch veilig in een wagen. Hoofd koel houden nu.'
Lees ook: Anna Karolina #201: Damirs ontsnapping
Mijn gedachten razen door mijn schedel. Ik begin mijn rationele ik te verliezen met iedere seconde dat we het ziekenhuis naderen. Als twee ongeleide huurlingen stormen we het ziekenhuis binnen.
'Tweede verdieping, ze zijn op de tweede verdieping', wordt er naar ons geschreeuwd. Ik sprint naar de trap en hoor achter me chef roepen. Ik heb geen tijd voor de lift. Fuck dat. In ziekenhuizen zijn ze namelijk altijd bezet, als je haast hebt, met patiënten in hogere nood dan jij. Ik durf niet eens te denken wat ik zo meteen kan verwachten. Anna is dan wel veilig en ze zag er ongedeerd uit, behalve ook enorm uitgeput, maar als er iets met Isabella is, vergeef ik het me nooit.
Ik neem drie treden per keer en voel mijn benen branden. Er komen dierlijke tonen uit mijn keel om mijn snelheid kracht bij te zetten. Ik ben op de tweede verdieping en hoor aan de geluiden precies waar ik moet zijn. En dan zie ik haar.
'Isabella.'
Haar kleine bebloede hand hangt slap en opengevouwen naast haar roerloze lijf. Ze ligt op een brancard, met maar liefst drie verplegers om haar heen. De chaos is duidelijk voelbaar.
Ik hang boven haar gezicht en hoor haar zachte onregelmatige ademhaling. Ze leeft. Mijn hart klopt bijna uit mijn keel van adrenaline.
'Isabella. Het komt allemaal goed. Je hebt haar gered. Isabella, ik ben bij je.'
Ze opent haar ogen en kijkt me glazig aan.
'Red haar.'
'Rustig nou maar, ze is veilig. Ik heb haar net gezien. Ze zat in jouw auto. Het komt goed.'
Ineens voel ik haar kleine krachteloze hand zich flauwtjes klemmen om mijn brede pols.
'Red haar. Hij, hij is degene die mij...'
'Wat zeg je? Wie? Daan? Haar man? Heeft hij dit gedaan?'
Ze knikt en valt als een voddenpop nog dieper weg in haar eigen lijf.
'We nemen haar nu mee. Meneer, alsjeblieft, gaat u aan de kant.'
Ik kijk om me heen en weet me even geen raad. Ik zie de rode kop van mijn chef tussen de liftdeuren tevoorschijn komen en stap op hem af.
'Neem de verklaringen af van iedereen op de afdeling. Die gasten zijn weg, maar we weten allebei waar we ze kunnen vinden. Ik moet weg.'
'Ben jij helemaal besodemieterd! Je denkt toch niet dat ik je nu achter die gajes aan laat gaan alleen? Je blijft hier en wacht op versterking.'
'Isabella is gewond. Ze hebben haar net weggereden, ze wordt geholpen nu. Maar het schot kwam niet van hen. Ik weet wie dit gedaan heeft en alleen ik kan dit oplossen nu, zonder dat er doden vallen. Vertrouw me.'
We hebben veel meegemaakt samen en ik zie dat hij me hoe dan ook compleet vertrouwt. Ook al zou hij me tegen willen houden, hij weet maar al te goed dat het onbegonnen werk is.
'Ga, maar kom heelhuids terug, jongen.'
Ik knik en vang de autosleutels op die hij me toewerpt.
'Meneer, meneer, ze vraagt naar u. Kunt u komen, ze vraagt naar u.'
Een verpleegster gebaart mijn kant op en snel sprint ik de kamer in.
Lees ook: Anna Karolina #200: Het schot
'Sebast…Seba.a.'
'Isabella, wat is er? Wat is er zo belangrijk nu?'
'Kerklaan 63.'
'Fuck.'
Ik ren weg en neem, zoals op de heenweg, weer de trap. Hij heeft haar mee naar het beveiligde huis. Dit wordt nog een moeilijker karwei dan ik dacht. Wat is er mis met die gast? Hij zou toch nooit zijn eigen vrouw kwaad doen? Of ik het wil of niet, afgrijselijke taferelen spelen zich af in mijn hoofd en ik vervloek mijn verbeeldingsvermogen. Ik moet dit zo secuur mogelijk aanpakken. Niemand is erbij gebaat als er gewonden vallen, en Isabella is er nu al één te veel.
Wordt vervolgd.
Lees hier meer van Anna Karolina.