Deel 4: Het bouwpakket
Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Zo is ze verliefd op Daan, maar er is één probleem: Daan heeft een vriendin.
Afspraken die gemaakt worden binnen een affaire zijn erg strikt en moeten uiterst zorgvuldig nageleefd worden. Niet bellen of sms’en na negen uur in de avond is er één van. Maar wat als je moet? Wat als het een kwestie is van stoppen of doorgaan? Zijn er uitzonderingen op de regels mogelijk? En wie heeft het recht om ze te breken?
Na mijn bezoek eerder op de dag aan een medium in Zeeland voel ik een niet te stoppen verlangen om Daan te berichten. Het liefst zou ik nu naar zijn huis fietsen en aanbellen, maar de gedachte aan zijn nietsvermoedende vriendin die opendoet houdt me tegen. Fucking respect ook altijd! Waarom heeft zij meer recht op hem dan ik? Ik ken hem langer. En hij is niet gelukkig met haar. Mijn gedachten draaien door en ik stop mezelf.
Anna, hier ben je vaker geweest. Jij weet heel goed dat jij dit jezelf allemaal aandoet. Jij houdt vast aan hem. Jij laat dit gebeuren. Als je nee zegt, houdt het op. En als je nu blij, stralend en gelukkig was, dan hoorde je mij - je onderbewuste - niet klagen. Maar kijk jezelf nu staan. Je bent verliefd op een bezette, onbereikbare man, die niet voor je kiest.
Ja, maar alleen omdat hij niet weet wat ik voor hem voel. Ik pak mijn telefoon en begin een bericht te typen. Na een aantal regels wis ik het weer. Ik schud mijn hoofd. Dit is een slecht idee. De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik loop naar de koelkast en vind een geopende fles witte wijn. Ik schenk een glas in. Rustig worden is het belangrijkste nu, voor ik iets ga doen waar ik later spijt van krijg. Hoe lang geleden heb ik Daan nu gezien? Ik pak mijn agenda erbij en zie de markering staan. Bijna een week geleden. Ik neem een flinke slok en word iets kalmer. We zien elkaar gemiddeld zes keer per maand, dan is nu een bericht sturen niet zo raar, lijkt me. Ik kijk op de klok. Het is kwart voor tien. Ik voel aan alles dat ik het niet moet doen. Ik kijk om me heen en probeer een voorwerp te vinden dat me afleidt van de telefoon, maar niets volstaat. Ik haal diep adem en typ: ‘Hi, hoe gaat het? Wanneer zien we elkaar? Lfs A.’
Ik ga op de bank liggen. Ik houd de telefoon vast. Ik denk aan hoe heerlijk ik het vind als Daan me aankijkt met zijn ogen vol verlangen. Aan hoe zijn handen op mijn lijf voelen. Zijn kussen op mijn lippen. Zijn tong in mijn mond. En dan de eerste stoot. Alleen dan voel ik me helemaal mezelf, denk ik aan niets en niemand en mag wat mij betreft alles om ons heen verdwijnen. Zijn vriendin als eerste graag. We zijn als een bouwpakketje, met een eigen handleiding. Een handleiding waarin ik zonet buiten de lijnen wat kanttekeningen heb gekleurd.
Het enige dat ik nu wil horen, is dat het allemaal onzin is wat ik gehoord heb vandaag. Dat ik hem niet los moet laten. Dat hij hetzelfde voelt. Dat ik nog even geduld moet hebben, hem moet vertrouwen en dat het allemaal goed komt. Dat de liefde die ik voel echt is. Ik hoor de ‘gentle spring rain’-ringtone die ik aan Daan heb toegekend en veer op.
‘Anna, het is laat. Ik sms je morgen of overmorgen. X.’
Hij is boos. Hij noemt me nooit bij mijn voornaam. En hoezo morgen of overmorgen? Ik vang mijn blik in de spiegel. Ik ben bang.
Lees hier deel 1: Daan en de legoblokjesseks
Lees hier deel 2: een donzen dekbed in de zomer
Lees hier deel 3: gedaan met Daan