Georgina: 'Maandagavond in een vol café. Ik hoopte op een leeg café'
Georgina Verbaan woont met haar dochter driehoog-achter in Amsterdam. Ze is actrice en schrikt zich hoedjes.
Ik zit in een grand café, het is maandagavond, zeven uur. Rumoer. Ik zou willen zeggen herrie. Naast mij hoor ik een gesprek tussen een man en een vrouw in het Engels. De man is opdringerig, de vrouw zit in haar stoel gedrukt om zo ver mogelijk uit zijn buurt te geraken zonder daadwerkelijk op te staan. Er is een grandcafékat. Zo een die door de tent paradeert om iedereen zijn vacht en vet te laten zien, maar die je niet mag aaien.
Lees ook: Georgina: 'Misschien is dit de maandagochtend der maandagochtenden'
Naast mij tikt een jongeman op een laptop. Het boek Homo Deus ligt op zijn tafeltje. Zo nu en dan kijkt hij, net als ik, op van zijn laptop, de ruimte in om de mensen te bekijken. Zou het komen door wat hij las in het boek? Of zit hij ook te schrijven? Onze blikken kruisen elkaar soms kort. Zou hij nu, net als ik, beschrijven wat hij ziet? En wat ziet hij als hij naar mij kijkt? Vlak voordat ik hier door het tochtgordijn naar binnen kwam, was ik namelijk al afwisselend sip, treurig, boos en teleurgesteld, en eenmaal binnen werd dat niet minder: er blijken veel mensen naar een grand café te gaan op maandagavond. ‘Natgeregende vrouw zit zuchtend op te drogen in het blauwige schijnsel van haar laptop, ze bestelde een Riesling en dronk het glas in één teug halfleeg.’ Dat zou hij kunnen schrijven. Hoewel ik als ik hem was een beetje zou overdrijven en zou zeggen dat een klein heksje het hele glas in één teug door haar neus naar binnen zoog.
Maandagavond in een vol café. Ik had gehoopt op een leeg café. Dat past beter bij mijn stemming, en bij maandag. Mensen eten friet en plukken kletsend brood uit mandjes. Als je niet beter zou weten, zou je zeggen dat het donderdag is. Maar ik weet beter. Ik denk dat de jongen met de laptop het ook weet. In de nacht van zondag op maandag sliep ik niet. Alsof een hogere macht me zo gaar mogelijk probeerde te krijgen voor de ultieme maandagbeleving. Als kind had ik op zondag last van de aanstaande maandag, waardoor de zondag ook een rotdag werd. De hele dag liep ik rond met een knoop in mijn maag. In het gunstigste geval, want meestal zat ik met die knoop in een hoekje. De zondag, die lege dag, die zich grauw en langzaam voortsleepte. De gesloten winkels, de tune van Studio Sport, waar mijn stiefvader voor ging zitten, de schoolwerkjes die ik had moeten maken maar niet gemaakt had, de nieuwe week, de kinderen die duwden, beten en spuwden, Pink Floyd en de eindeloze weilanden, Pink Floyd en het grijs van lege snelwegen, Pink Floyd en het elektrische gevoel in mijn maag. Tegenwoordig is alles gelukkig open op zondag.
Lees ook: Georgina: 'De vroege jaren 90 zijn het laatste staartje vrijheid'
Ik hoef geen afscheid van het vrije weekend te nemen, want dan werk ik vaak. Ik hoef ook niet tegen werk op maandag op te zien, want dan ben ik vaak vrij. Ik kijk geen Studio Sport, ik hoef niet meer naar school, en als ik niet met hipsters omga, hoef ik ook geen Pink Floyd meer te horen. Er is kortom geen reden om op maandag een zondagkatergevoel te hebben. Er is niets mis met maandag. Gelukkig begrijpt de jongen met de laptop mij. Hij zit hier vast ook niet zomaar alleen. O. Hij lacht en zwaait. Naar een blije blonde jongen. Op wie hij natuurlijk zat te wachten.
Deze column verscheen eerder in magazine &C 1, 2018. Lees hier meer columns van Georgina Verbaan.