Olcay: 'Het is maar goed dat ik geen eigen kinderen heb'
Olcay Gulsen (41) kan presenteren, heeft humor en over veel zaken een mening. Goeie mix voor een succesvolle carrière op tv. Ze luistert het liefst naar Charles Aznavour en eet graag bij Cecconi’s in Londen. Als het even kan samen met vriend Ruud de Wild. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.
Ik hoor het mezelf nog zeggen tijdens de eerste interviews over mijn relatie met Ruud. Of ik ook een actieve stiefmoeder ben voor zijn kinderen? Nee hoor, ze hebben een eigen vader en moeder. Ze kunnen altijd bij mij terecht, maar ik ga me zeker niet bemoeien met hun opvoeding. Uiteindelijk ben ik bewust kinderloos en het laatste wat ik wil, is me bemoeien met de opvoeding van andermans kinderen. Geen loze woorden, maar een overtuiging.
Lees ook: Olcay: 'Ik wil het met m'n vrienden niet hebben over het coronabeleid'
Tenminste, dat dacht ik. Maak kennis met de Olcay van pakweg drie jaar later. De überbemoeial die zich de hele dag druk maakt of de kinderen wel genoeg hebben gegeten, groente en fruit bij zich hebben voor de lunchpauze op school, ingesmeerd zijn en blijven tijdens de vakantie, schone en kortgeknipte nagels hebben, kleding die netjes past en ga zo maar door. De lijst is eindeloos. Voor iemand die zo vastberaden was zich niet te bemoeien met de opvoeding van andermans kinderen, heb ik me ontpopt tot een vrouw aan wie ik zelf de grootste hekel zou hebben. Arme kinderen. Als ze komen vragen of ze iets mogen, richten ze zich standaard tot mij, valt me op. Ben ik aan het overdrijven? Ben ik te streng? Ik besluit het met Ruud te bespreken, het zijn tenslotte zijn kinderen en wellicht vindt hij mij net zo irritant als ik mezelf.
'Schat, ik probeer me echt afzijdig te houden van de opvoeding van jouw kinderen, maar ik merk dat ik het niet kan loslaten.' Na heel lang en hard gelach antwoordt Ruud dat hij het heerlijk vindt. Dat ik me druk kan maken over nieuwe sneakers voor een nieuw schooljaar, op tijd een afspraak bij de kapper en gezonde maaltijden. Het is het laatste wat hij ooit verwacht had toen hij mij voor de eerste keer zag. 'Wat bedoel je?' Schoorvoetend antwoordt hij dat hij had verwacht dat ik met niet veel anders dan mezelf bezig zou zijn. 'Dat meen je niet! En op zo'n vrouw ben je verliefd geworden? Iemand van wie je dacht dat die lekker de hele dag met zichzelf bezig zou zijn? Je zit zo enorm naast de waarheid!' roep ik beledigd.
Lees ook: Olcay: 'Ik sta op de meest ongemakkelijkste momenten te janken'
Mijn bemoeizucht is namelijk al bijna net zo oud als ik ben. Ik weet nog goed dat ik zevenwas toen mijn zusje Dolshe werd geboren. Ik was als een minitijger de hele dag bezig met of ze wel genoeg at en of haar luier wel schoon was en jankte mee als ze pijn had. De eerste dag dat ze naar de kleuterschool ging, liep ik zo trots als een pauw naast haar en bracht ik haar naar de klas. Ik herinner me nog goed dat ik de hele klas bekeek op zoek naar mogelijke pestkoppen. Zo bezorgd dat haar iets zou overkomen. Nadat ik haar als een surrogaatmoeder had afgeleverd en nog een halfuur was blijven kijken of alles goed ging, rende ik naar mijn eigen klas om erachter te komen dat we buitengym hadden, twee kilometer verderop.
Terwijl ik dit heel passioneel uitleg aan Ruud, besef ik dat ik blijkbaar een geboren bemoeial ben die standaard overbezorgd is. Het is maar goed dat ik geen eigen kinderen heb, want die arme wezens zouden geen leven hebben.
Deze column vind je in &C's novembernummer 'Rouw op je dak' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm in &C Webshop.