Georgina: 'Het lukt mij maar niet om normale dingen te regelen'
Georgina Verbaan woont met haar dochter driehoog-achter in Amsterdam. Ze is actrice en schrikt zich hoedjes.
‘Ma-ham, ik ver-véél me.’
Mijn dochter tekent met spuug poppetjes op het raam.
‘Zoek het blauwe autootje, weet je nog hoe hij eruitziet?’
‘Nee.’
Lees ook: Georgina: 'Maandagavond in een vol café. Ik hoopte op een leeg café'
Die Korte zit naast me in de auto op haar stoelverhoger. Omdat ze zo kort is. We rijden over een industrieterrein op zoek naar onze andere auto. Eigenlijk onze vorige auto, met dat verschil dat ik niet weet hoe je het verkopen van een auto aan zou moeten pakken en het ding dus nog in mijn bezit is. Op dit industrieterrein buiten de stad is parkeren gratis. Ik zoek het barrel omdat ik al weet-ik-hoeveel brieven van de RDW genegeerd heb en hij nu toch echt gekeurd moet worden.
‘Is het die, mama?’
Ze wijst met haar tekenvinger.
‘Is-ie blauw?’
‘Nee.’
‘Dan is het hem niet.’
Ik heb nog nooit een auto verkocht. Ik ben wel eerder een auto kwijt geweest. Ook een blauwe Smart. Die leek, toen een voormalig geliefde schaterlachend door mijn ongeopende post van jaren ging, bij een garage te moeten staan. Bij navraag vertelde de garagehouder dat hij Muis (zo heette die auto, maar zo noem ik al mijn auto’s) uiteindelijk maar verkocht had, omdat ik hem na een reparatie nooit meer was komen ophalen. Waarschijnlijk omdat ik bang voor de rekening was. (Die bleek achteraf best mee te vallen.) Maar na de verkoop kreeg ik dus nog geld van hém. Het was de enige brief in de vele zakken post die uit mijn vorige huis waren gehaald die mij geld opleverde.
Dat ‘vorige’ huis was overigens net zo ‘vorig’ als de auto die ik nu aan het zoeken ben omdat het nog wel in mijn bezit was. Ik kon het niet eens verkopen, want er lag beslag op. Maar dat wist ik toen nog niet, want ik had namelijk wel al een nieuw huis gekocht en was er dik tevreden over dat al mijn post nog op mijn oude adres terechtkwam. Het was in de tijd dat banken nog zonder aanzien des persoons, en een zekere mate van routine betrachtend, geld op je af smeten. ‘Een malle vrouw op links, hop, smijten jongens! Gewoon smijten dat geld. Daar op rechts een man in een te klein spijkerjasje! Gooien die handel! Gooi hem omver!’ Een rommelige tijd dus. Tegenwoordig heb ik de grote zaken iets beter geregeld.
‘Wat is dat?’
Die Korte wijst naar een groenige dot watten in het vakje van de deur.
‘Eh... Een banaan?’
‘Eww.’
Maar het lukt mij op een of andere manier nog steeds niet om normale dingen te regelen. Dingen die andere mensen zomaar doen. Zoals het terugbrengen van bibliotheekboeken, mensen bellen, mail lezen, de voordeur laten maken. Ik heb er ook een handje van om medische hulpmiddelen niet terug te brengen. Zo stond er nog een gehuurde kolf in mijn huis toen Die Korte al pizza at.
Lees ook: Georgina: 'Misschien is dit de maandagochtend der maandagochtenden'
‘Is dat hem, mam?’
Wel verdraaid.
‘Ja, jij wint.’
De auto staat scheef. EéÂÂn band is plat. De deur gaat niet open met de afstandsbediening, de accu zal wel leeg zijn. Op de bodem lijkt mos te groeien en er liggen twee krukken in. Ja, dit is onze auto.
‘Wat heb ik gewonnen?’
'Krukken.'
Deze column verscheen eerder in magazine &C 5, 2017. Lees hier meer columns van Georgina Verbaan.