Georgina: 'De selfiestick is een toverstok'
Georgina Verbaan woont met haar dochter driehoog-achter in Amsterdam. Ze is actrice en schrikt zich hoedjes.
‘Het moet een spontane foto zijn,’ zegt een man met een Vlaamse tongval en een dikke camera tegen een meisje in een grote rode jas. Zomaar een moment op een willekeurige dag aan een hoofdstedelijke gracht. Het meisje kijkt alsof haar net gevraagd is iets zinnigs te zeggen over de derdemachtswortel, en hoe die ook is op te vatten als de oplossing van een algebraïsche vergelijking, ofwel als een nulpunt van een derdegraads polynoom. Althans, ik denk dat ik precies zo zou kijken wanneer mij iets dergelijks zou worden toegeworpen. Maar het kan ook de wijn zijn.
Lees ook: Georgina: 'Het lukt mij maar niet om normale dingen te regelen'
Het meisje is ongetwijfeld een blogger/vlogger/influencer. Of wil dat zijn. Ze aarzelt kort. Kijkt even naar de grond, alsof daar het Handboek Verplicht Spontaan openligt bij het hoofdstuk Fotografie, haalt diep adem en kijkt dan verbaasd lachend op in de richting van de man met de Vlaamse tongval, alsof er naast hem een bongo spelende hamster staat met een drol op zijn hoofd. En dat gebeurt hier vaker. Dat van die influencers bedoel ik, niet dat van de hamsters. Helaas. Influencers staren deemoedig naar de einder. Of zwoel naar lelijke jarentachtignieuwbouw (die voor Instagram kunstig van de foto wordt gesneden). Influencers betasten ceintuurs voor verroeste fietsen met een authentieke uitstraling. Influencers springen van muurtjes vol graffiti. Influencers lopen dertig keer dezelfde meter heen en weer om een nonchalante wandeling vol contemplatieve momenten te suggereren. Kortom: ze influencen, influencen, influencen.
Het meisje en de fotograaf zijn weer klaar op deze plek en lopen zoekend verder. Twee toeristen, een man en een vrouw, nemen gretig hun plekje in met een selfiestick. Het is een stel, tenminste, dat zie ik pas als ze poseren. De vrouw oogt aanvankelijk ernstig en ontevreden als ze de zelfontspanner zet, de man verveeld. Maar wanneer ze de selfiestick op hun gezichten richt ontstaat er voor mijn ogen een gelukkig stel op een heerlijke vakantie. De selfiestick is een toverstok. Vandaar dat hij er zo vaak bij gehaald wordt.
Ik zie dit alles vanaf een terras, met een glas witte bourgogne voor mijn neus. En het kan de wijn zijn, maar ik begin me dingen af te vragen over zelfbewustzijn. En schaamte, en geluk. Volgens Descartes, een dooie filosoof, zijn het lichaam en de ziel twee gescheiden zaken. Er zou volgens hem een immateriële ziel zijn, die, gezeten in een gezellig theatertje in de pijnappelklier, door de hersenen een representatie van de wereld voorgeschoteld krijgt. De homunculus. Een poppetje met een eigen wil. Wat vindt dat poppetje hier allemaal van, vraag ik me af. Dat het ene poppetje, waar dat andere poppetje in zit, steeds naar zichzelf kijkt?
Lees ook: Georgina: 'Maandagavond in een vol café. Ik hoopte op een leeg café'
Daniel Dennett, een levende filosoof, denkt niet dat lichaam en geest twee gescheiden entiteiten zijn, maar dat wat wij ‘de geest’ noemen een lichamelijk proces is. Dat het bewustzijn gewoon een optelsom van informatiestromen is. Hij wil niks weten van zo’n poppetje. Want dan zit zo’n poppetje daar, te interpreteren wat jouw hersenen hem voorspiegelen in een theater, en waarmee interpreteert hij dat dan? Met zijn eigen poppetje? En heeft dat poppetje dan ook een poppetje? Nee, je, ik, of mijn systeem moet er niet aan denken. Ook voor die poppetjes niet. Het stel sjokt zoekend verder. En ik bestel onbewust een tweede wijn.
Deze column verscheen eerder in magazine &C 6, 2017. Lees hier meer columns van Georgina Verbaan.