Baby aan boord #39: Ov-met-de-baby-vrees
Marloes is onlangs moeder geworden van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, vol met plottwists en hilarisch. Voor &C schrijft ze over haar leven als kersverse moeder. Deze keer verklaart Marloes waarom ze zoveel wandelt met Kiki.
‘Ons Marloes loopt echt kilometers met Kiki,’ zegt mijn moeder altijd tegen, ja, tegen wie eigenlijk? Doet er voor dit verhaal verder niet toe. Ze heeft namelijk gelijk: ik loop inderdaad kilometers met Kiki. Nu ben ik sowieso niet vies van een stukje lopen, maar het heeft ook te maken met iets anders: mijn ov-vrees. Of beter gezegd mijn ov-met-de-baby-vrees. Tram, bus, trein, je weet wel, openbaar vervoer. In essentie heb ik er niet zo heel veel tegen, maar zodra de baby mee moet, krijg ik klotsende oksels en zweet op allerlei donkere plekken van mijn lichaam.
Je zou zeggen, wat doe je nou moeilijk? Het is toch gewoon inchecken met je ov-chipkaart, hup, die kar naar binnenschuiven, neerzetten, wachten totdat je bestemming bereikt is, naar buiten lopen met kar en tegelijkertijd soepel uitchecken. Appeltje eitje. Zo gaat het bij mij alleen nooit.
Lees ook: Baby aan boord #38: Snot
Allereerst lijkt er een soort duivels complot te zijn tussen de tram- en buschauffeurs van Amsterdam. Zodra ik in beeld kom, komen ze meestal net aanrijden, maar ben ik nog wel nét te ver weg om het te halen. Als dan eindelijk een andere tram of bus komt voor een poging twee, laat ik traditiegetrouw mijn ov-chipkaart vallen. Het is iets met tijdstress. Je moet snel handelen, anders knallen ze die deuren gewoon weer voor je neus dicht. Van die wetenschap word ik onhandig. Ik heb het ook in de supermarkt als ik mijn boodschappen moet inpakken nadat ik afgerekend hebt, terwijl er achter mij een hele rij met een hele lading boodschappen staat te wachten. Ik ga dan gekke dingen doen. Juist de eieren als eerste inpakken en zo.
Terug naar het ov. Kiki en ik zijn inmiddels binnen, ik probeer in te checken en doe dat met samengeknepen billetjes, want saldo hebben is bij mij nooit een zekerheid en geen cash bij me hebben is dat wel. Gelukkig heb ik altijd twee anonieme chipkaarten bij me om dit probleem te ondervangen. Ik weet het, niet echt een langdurige oplossing, maar hij werkt nu al een tijdje.
Door naar de volgende stap: een plek vinden. Best een ding met een wandelwagen. Het voelt altijd alsof ik met een vrachtwagen een nauwe doodlopende weg inrijd en vaak staan er al twee wandelwagens of een berg toeristen met een lading koffers op de aangewezen plek. Dan zit er niets anders op dan in de weg staan. De tram begint te rijden. En wij ook. Oh ja, de rem! Die vergeet ik ALTIJD. Gelukkig kunnen we onze kont niet keren en kunnen we dus ook weinig kanten op.
Lees ook: Baby aan boord #37: Moedermaffia
Na twee haltes begin ik weer tot rust te komen. Ik denk aan onze vaste oppas die bijna iedere week samen met Kiki in een bus of een tram te vinden is om een of ander geitje te gaan bekijken. Hoe doet ze dat? Begrijp me niet verkeerd, ik pak die bus/tram/trein zeker wel. Ik laat me niet tegenhouden door mijn ov-vrees. Bereiken doe ik mijn bestemming ook altijd, maar als het even kan, dan ga ik liever lopen. Dat zuigt net iets minder levensenergie uit me.
Kiki en ik zijn op onze bestemming aangekomen. Ik check uit en ga naar buiten. Ik raak daarbij maar één persoon. Best soepel. Op het perron check ik meteen hoe ver het teruglopen is. Een uur. Vind ik prima. Zo Kiki, wij gaan eerst naar onze afspraak en daarna nog lekker een flink stuk wandelen. De tram is niet goed voor je moeders hart.