Dreumesdingen #25: Kiki's woordenschat
Marloes is nu 18 maanden moeder van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar leven als moeder. Net als de rest van Nederland zitten Marloes, haar man en hun dochter Kiki thuis in quarantaine. Maar het vele thuiszijn heeft ook voordelen: Kiki's rap uitbreidende woordenschat bijvoorbeeld.
'Panggggg,' zegt Kiki. Ze glimt van trots.
'Wat zegt ze?' grinniken de drie buurmeisjes die tegenover haar staan.
'Panggggg,' zegt Kiki nog een keer.
'Ze bedoelt wang,' leg ik uit. Naast Nederlands, Engels, vakantie-Duits en -Frans en redelijk Spaans, kan ik nu ook 'Kiki's' toevoegen aan mijn repertoire. Pang is wang, boos is Koos (buurjongetje), woggel is vogel, waf waf een hond en voor eten gebruikt ze de Brabantse variant 'etuuuuuuh'. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Lees ook: Dreumesdingen #24: Marloes ziet het even niet meer zitten
Sinds we in quarantaine zitten, is Kiki veel meer en beter gaan praten. Momenteel is ze flink op dreef en floept er iedere dag wel een nieuw woord uit. Mijn man en ik zijn zo trots dat we er inmiddels van overtuigd zijn dat ze hoogbegaafd is.
Ik: 'Ze zegt laars!'
Mijn man: 'Ik vind het echt niet normaal.'
We beginnen er echt lol in te krijgen en hebben er een sport van gemaakt om Kiki nieuwe woorden te leren. Dit heeft al een aantal parels opgeleverd tijdens Facetimemomenten met de opa's en oma's:
'En wie ben jij?'
Kiki wijst naar zichzelf: 'Ki-ki.'
'En wat is dit voor een gek ding?'
Ik en mijn man wijzen naar haar neus.
'Neussss,' roept Kiki terwijl ze haar neus hard indrukt om het woord nog extra te illustreren.
'Kiki, wat doet de leeuw?'
'Whaaaaaaaah,' zegt Kiki, inclusief theatraal klauwtje.
Die laatste is misschien geen goed voorbeeld. Whaaaaaah is niet echt een woord. Meer een demonstratie van brullen. Toch? Dat brengt mij op het volgende punt: wanneer keur je een woord goed? Mijn man en ik houden voor de gein (en omdat we ook geobsedeerd zijn door ons kind) een lijst bij van de woorden die ze inmiddels onder de knie heeft. Iedere keer als er iets nieuws uit dat bekkie komt, gaat het op de masterlijst op mijn telefoon. Maar wat er wel of niet op mag komen, levert geregeld discussie op tijdens de lunch.
Stem op ons: &C is met Chantal in Behandeling genomineerd voor een Online Televizier-Ster
Mijn man: 'Kikker kan ze nu ook.'
Ik: 'Huh. Dat heb ik haar nog nooit horen zeggen.'
Mijn man: 'Kiki, zeg eens kikker.'
Kiki: 'Kwak.'
Mijn man: 'Zie je!'
Ik: 'Ze zegt nu toch geen kikker?'
Mijn man: 'Ze bedoelt kikker, zet maar op de lijst.'
Ik: 'Vooruit dan maar.'
Dat ze snapt wat wij bedoelen vind ik ook al heel erg knap, en ze snapt echt veel. Behalve het woord 'nee' dan, die wil maar niet blijven hangen. We hebben vlakbij ons huis een brug en sinds ze vanaf die brug eendjes heeft gespot, is ze er niet meer weg te slaan. Zodra ik mij buiten omdraai, zet ze in haar up koers naar de brug en ren ik er achteraan:
Ik: 'Nee, Kiki, nee. Niet alleen naar de brug. Nee. Altijd met mama naar de brug. Geef je mama een handje?'
Kiki: 'Blug. Kwak kwak.'
Had dan 'nee' of 'samen met mama' opgeslagen. Maar goed, er kan weer een woord bij op de lijst: blug.
Met deze babbelfase is het nu ook officieel oppassen geblazen met wat we in huis zeggen. Laats riep ik 'wow' en hoorde ik ook 'wow' ergens tussen de Duplo. Dat wil je niet bij een woord als 'kut', en ik ben ervan overtuigd dat ook die beter zal blijven hangen dan nee. Mijn man en ik moeten dus ook nieuwe woorden leren. Chips in plaats van shit bijvoorbeeld. Dat wordt nog flink oefenen…
Lees hier meer van Marloes Berghege.