Baby aan boord #18: De laatste loodjes
Marloes is zwanger van haar eerste kind. En in verwachting zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar zwangerschap. Deze keer: de laatste loodjes.
Ik kijk in de spiegel. Ik draag een panterjurk. Normaal heel leuk, maar vandaag doet het geheel toch wat enorm aan. En het heeft ook wel een vleugje amish, die geloofsgemeenschap in Amerika met die witte kapjes. Mijn borsten hebben een nieuw level bereikt en dus staat de bovenkant van de jurk permanent wagenwijd open. Dit heb ik opgelost door er een trui overheen te dragen. En nu is de look, ondanks de panterprint, degelijk. Enorm en degelijk. Enorm degelijk dus. Maar meer kan ik er helaas niet van maken.
Lees ook: Baby aan boord #17: Nesteldrang
De kleding die ik kan dragen, wordt met de dag schaarser. Zwangerschapsbroeken die ik kocht in week 15 passen niet meer, en dat ligt helaas niet aan mijn buik. Mijn hoofd, bovenbenen, bovenarmen en handen zijn ook zwanger. En ik weet zeker dat ik ooit enkels had. Nu loopt het vanaf mijn kuit recht naar beneden. Gevolg: ik pas nog maar één paar schoenen. Of slippers, maar daar is het nu te koud voor. De weegschaal geeft inmiddels een gewicht aan waar ik echt zero fucks om kan geven. Het zal dat vocht wel zijn. Hoop ik.
Toch schijnt het mee te vallen. Hoewel ik nu écht hoogzwanger ben, is de buik als ik de mensen om mij heen moet geloven nog altijd bescheiden. Deze week werd ik één keer rond de 6 maanden zwanger geschat en één keer zelfs rond de 20 weken. Die laatste vond ik ook wel gek, maar I’ll take it. Dat iemand mijn zwangere staat op zoveel maanden minder inschat, voelt alsof mijn ID wordt gevraagd bij de supermarkt als ik een fles wijn probeer te kopen. Toch blijft die ene kassajongen die ik ooit interviewde altijd in mijn achterhoofd hangen. Die vertelde dat hij expres ID’s vroeg aan oudere vrouwen, omdat de ‘vrouwtjes dat leuk vinden’. Misschien probeert iedereen mij gewoon op te vrolijken.
Grote buik of niet, fysiek takel ik af. Het maagzuur, de middagslaapjes, de slechte rug, het waggelen, de lekkende borsten, ’s nachts standaard wakker zijn: het is allemaal niet heel fijn. Maar wat ik nog minder fijn vind, is dat ik niet weet wanneer de baby gaat komen. Ik voel mezelf een tikkende tijdbom. Het kan nu gebeuren, maar het kan ook zomaar nog een paar weken duren.
Het feit dat de baby in principe 'af' is en mag komen, doet wat met mijn zelfstandigheid. Ik zag verlof eerst als een soort vakantie. Ik zou de hele dag drankjes doen, shoppen en heel Nederland door crossen met mijn auto. Gezellig, gezellig. In realiteit blijf ik thuis. Voor je het weet, sta je in je eentje op de vluchtstrook van de A2 met weeën. Nope. Ik blijf thuis.
Lees ook: Baby aan boord #16: Werk loslaten
Gelukkig kan ik online shoppen, komen mensen gewoon naar mij en verplaatsen de kopjes koffie/thee/water met gebak – taart is het beste ooit in dit stadium – zich naar in en rondom mijn huis. Het afscheid is elke keer weer raar. Alsof ik binnenkort naar de slachtbank word gebracht. ‘Nou, zet ‘m op hè!’ Of een jolige ‘Beval-ze’. De volgende keer dat ik ze weer zie, is er een baby. Ik kan me er nog altijd niets bij voorstellen. En toch gaat het nu echt gebeuren. De volgende keer dat jullie deze column lezen is onze dochter geboren. Wish me luck!
Lees hier meer van Marloes Berghege.