Baby aan boord #29: Het kinderdagverblijf
Marloes is onlangs moeder geworden van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar leven als kersverse moeder. Deze keer: Marloes laat Kiki wennen op het kinderdagverblijf.
Het is bijna zover. Mijn verlof loopt op zijn eind en ik moet weer aan de arbeid. Dat betekent, in ons geval, dat Kiki start met het kinderdagverblijf voor een paar dagen in de week. Deze week gaat ze ‘wennen’. Voor mijn man en ik een nieuw fenomeen, dus informeer ik bij het kinderdagverblijf of we iets kunnen doen om het wennen te bevorderen. ‘Nee, niet echt,’ wordt mij medegedeeld, want eigenlijk is het wennen meer voor ons, de ouders. Had ik kunnen weten. Bepakt en bezakt met een rugzakje voor Kiki waar alles in drievoud inzit, vertrekken we naar onze eerste wendag.
Lees ook: Baby aan boord #28: Het flapje down under
Binnen wordt ons het lokaal van Kiki’s groep aangewezen. Voor het raam staat een jongetje met een dikke, groene snottebel onder zijn neus. Hij zwaait naar ons. Mijn man en ik zwaaien terug en kijken elkaar aan met een blik van ‘and so it begins’. We hebben het geluk dat Kiki tot nu toe nog nooit ziek is geweest, maar als ik het goed begrijp van alle andere ouders om mij heen, betreedt ze nu de ultieme brandhaard van bacteriën. Het aflikken van de toiletbril is er niets bij. Het loslaten is officieel begonnen.
In het lokaal worden we verwelkomd door een vrouw. Ze ziet er jong uit. Een fles wijn krijgt ze hoogstwaarschijnlijk niet mee zonder het tonen van identificatie, maar binnen vijf minuten hebben we door dat we hier te maken hebben met een babyfluisteraar. Ze jongleert meerdere baby’s – niet letterlijk, mensen – terwijl ze ons uitgebreid te woord staat. Met een warme glimlach laat ze ons zien waar Kiki’s bakje staat. Kiki heeft een bakje! Waar ook ‘Kiki’ opstaat en zo! Hoe cool! Nu is de shit echt real. Kiki wordt van ons overgenomen en na een kus en een kroel staan we weer buiten.
Lees ook: Baby aan boord #27: De eerste keer sporten na de bevalling
Drie uur later ben ik er weer om Kiki op te halen. De jonge vrouw die ons in de ochtend verwelkomde is nog steeds lekker bezig en zit op een stoel omringd door vier baby’s, waaronder Kiki, in wipstoeltjes. Niemand huilt. Kiki zit tevreden aan een knuffel te frunniken. Er heerst zo een serene rust dat ik bijna ga twijfelen of de baby’s niet gedrogeerd zijn. Hoezo krijg ik het met één kind soms al niet voor elkaar om te douchen of normaal te ontbijten? Serieuze skills hebben die vrouwen hier. Na een volledig slaap/poep/plas/kots-rapport, krijg ík ook nog wat aandacht. Of ik het moeilijk vond vandaag. Eerlijk? Nee. Ik vind ons kinderdagverblijf een fijne plek en ik ben er honderd procent van overtuigd dat Kiki hier in hele goede handen is. Ik ben bijna jaloers op Kiki. Zet mij hier ook maar in zo een wipstoeltje met een knuffeltje. Heerlijk.
Terwijl ik met Kiki naar huis loop, kroel ik met mijn hand door haar haar en stuit op een plakkerige plek. Wat is dit nou? Een nadere inspectie loopt op niets uit. Vies vind ik het wel. Ik denk meteen terug aan het jongetje met de snottebel van vanochtend en begin iets sneller te lopen. ‘Kom, Kiki. Met gierende banden naar huis en in bad.’
Lees hier meer van Marloes Berghege