Baby aan boord #30: Kiki moet naar de dokter
Marloes is onlangs moeder geworden van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, vol met plottwists en hilarisch. Voor &C schrijft ze over haar leven als kersverse moeder. Deze keer: Marloes ontdekt een uitslag bij Kiki en gaat met haar naar de dokter voor antwoorden.
Het begon allemaal als een hele normale dinsdag. Kiki vrolijk en ik moe. Tot zover niets bijzonders. Ik trek Kiki’s romper open voor een schone set kleding en schrik. Overal rode bultjes. Wat is dit nou weer? Terwijl Kiki zich vermaakt met het opeten van haar hand zet ik onmiddellijk alle hulplijnen tegelijk in. Ik speur op Google, maak een foto voor mijn moeder, steek een thermometer in haar billetjes – meten is weten - en hang in de wacht bij de dokter. Je zou kunnen zeggen dat ik er geen gras over laat groeien. Maar dit is de eerste keer dat Kiki iets heeft, dus ja. Give me a break.
Twee uur later schuiven we aan bij het inloopspreekuur van de dokter. De hele toko zit vol. Dat betekent dat we hier nog wel even zitten. Ik hoop dat er een geheime regeling is waarbij mensen met een baby voorrang krijgen. Die is er dus niet en al helemaal niet voor mensen met baby’s die gewoon in slaap vallen. Ik zie Kiki’s luiken langzaam sluiten. Minder, want ik moet haar zo toch echt wakker maken om die bultjes te laten zien.
‘Kiki?’
Lees ook: Baby aan boord #29: Het kinderdagverblijf
Na een uur wachten zijn we aan de beurt. Ik probeer grappig te doen en zeg dat niet ík Kiki ben, maar dat het die smurf in de wandelwagen is. Grap komt niet aan. Mooi, het begint al ongemakkelijk. Na een kort relaas over wat er aan de hand is, moet slapende Kiki toch echt uit de wandelwagen komen. En ja hoor, tranen. Begrijpelijk. Ik maak haar romper open. De arts kijkt even en constateert vervolgens ‘uitslag’. Ja, zover was ik ook nog wel. Maar waarvan dan? Ja, dat weet hij ook niet. Kiki heeft in ieder geval geen koorts en dus kan het weinig kwaad. De dokter is inmiddels al uitgecheckt en duikt achter zijn computer. Het liefst zou ik een klap op de tafel willen geven en roepen dat ik NU een oplossing, of een diagnose, of iets wil. Mijn kind zit onder de bulten! Ik doe het niet. Natuurlijk niet. Volgens mij vindt hij het al hysterisch genoeg dat ik hier ben voor die bultjes (ik zweer het je, haar hele buik zat ermee vol).
Omdat ik inmiddels sterk het gevoel heb dat ik de tijd van de dokter aan het verdoen ben, maak ik Kiki’s romper zo snel als ik kan dicht, grijp Kiki, gooi haar berenpak over mijn schouder en rijd met de wandelwagen naar buiten. Ik doe zo alles in de wachtkamer op mijn gemak wel weer goed. Kiki is nog steeds zeer boos dat ik haar heb wakker gemaakt en dat er een vreemd persoon met zijn koude klauwen aan haar blote bassie heeft gezeten, dus ik kom met een gillend kind terug de wachtkamer in. Het is 50/50 wat betreft empathie bij de wachtenden.
Lees ook: Baby aan boord #28: Het flapje down under
‘Ga maar een stukje met haar wandelen. Dat helpt vaak wel als ze huilen.’ roept de dokter mij nog na. ‘Dank. Ik denk dat het wel goed komt.’
‘Koekwaus,’ denkt de Brabo in mij. Een kwartier later is het weer pais en vree in de wandelwagen en sta ik buiten. Kiki en ik gaan met gierende banden naar een café voor koffie. Heb ik wel verdiend, dacht ik zo. We zijn een halve dag later en ik heb nog altijd geen idee waar die bultjes van Kiki vandaan komen, maar ik kan in ieder geval wél concluderen dat de dokter in kwestie hoog in míjn allergie zit.
Lees hier meer van Marloes Berghege