Baby aan boord #25: Kleding-na-de-bevalling-stress
Marloes is onlangs moeder geworden van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar leven als kersverse moeder. Deze keer: als na de bevalling niks meer past.
Ik zie mijn tenen en ‘mijn onderkantje’ weer, dus vind ik het tijd om mijn zwangerschapsbroek aan de wilgen te hangen. ‘Dank ouwe vriend, voor alle mooie dagen, maar jouw taak zit erop. Hallo kast met kleding galore! Wat heb ik je gemist.’
Lees ook: Baby aan boord #24: De eerste keer naar het consultatiebureau
Extreem goed gemutst duik ik mijn kast in. Ik pak een broek die ik lang heb gedragen in de beginfase van mijn zwangerschap. Met zo’n stretchband aan de bovenkant. Meteen beginnen met een leren broek is vragen om problemen, dat snap ik zelf ook wel, maar deze broek moet toch lukken.
Helaas. Ik blijk niet in de groep ‘ik pas meteen weer mijn eigen kleding’ te vallen, maar ook niet in die van ‘alleen mijn buik is gegroeid’. Mijn benen en heupen zijn erop en erover gegaan. Geen probleem. Maken we geen punt van. Ik ben natuurlijk nog niet zo heel lang geleden bevallen. Een jurk kan ook nog.
Ik zoek een panty, trek een jurk over mijn kop en ga voor de spiegel staan. Ik zie er zwanger uit. Een week of 20, schat ik zo. Nooit geweten dat een panty je buik zo erg kan benadrukken. Fok. Ik begin een tikje wanhopig door mijn kleding heen te gaan. Wat moet ik aan? Een uur later ligt het bed vol met jurken, tops, rokken en broeken. Niets past. Of het past wel, maar is verre van comfortabel te noemen. Of het ziet er gewoon niet uit.
Op dit punt zit er voor mij nog maar één ding op: zeiken. Mijn man krijgt de volle laag. Dat ik er niet meer zwanger uit wil zien en of dat zoveel is gevraagd? Ik ben het toch ook niet meer?! En wat moet ik volgens hem dan aan? Niets zit lekker. Niets. Mijn zwangerschapsbroek is van boven te groot en mijn joggingbroek komt inmiddels ook mijn neus uit. Ik eindig mijn monoloog met de klassieke ‘jij begrijpt er toch niets van.’
Mijn man denkt graag in oplossingen. Als hij merkt dat ‘maar ik vind je prachtig’ niet helpt, stelt hij voor om te gaan shoppen. Moedige jongen. Een dag later staan we in het centrum. Wat volgt, is een zeer frustrerende passessie. Het lijkt wel alsof ik niets pas. Zelfs mijn ondergoed zit niet goed! Ja, en nu? Er is kleding voor zwangeren en niet-zwangeren, maar waar gaan de ont-zwangeren dan naartoe? Die groep moet toch ook kleding aan?
Lees ook: Baby aan boord #23: Sprongetjes
Mijn man laat zich niet zomaar uit het veld slaan en sleurt mij en Kiki mee naar de jeansafdeling van De Bijenkorf. Een goed passende broek is het belangrijkst volgens hem. Een kittige jumpsuit komt later wel. Als een verkoopster vraagt of ik hulp nodig heb, stort ik mijn hele hart bij haar uit. Ik begin nog net niet te huilen. Gelukkig weet zij raad. Ze geeft me een broek die eruitziet als een normale jeans, maar met zo veel stretch dat hij na deze periode ook nog kan fungeren als hangmat. Hij zit top. Ik koop er meteen twee. Één in de was, één aan.
Met mijn twee nieuwe broeken in het boodschappenmandje van Kiki’s wandelwagen stappen we weer terug de tram in. Alledrie intens gelukkig dat deze noot is gekraakt. Ik weet niet wie stretch ooit heeft uitgevonden, maar meneer of mevrouw stretch verdient wat mij betreft een lintje voor alles wat hij of zij voor de gemeenschap van ont-zwangeren heeft gedaan. Namens mij en al die andere ont-zwangeren: dank.
Lees hier meer van Marloes Berghege.