Baby aan boord #42: Vagina 2.0
Marloes is nu 10 maanden moeder van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar leven als moeder. Deze keer ondergaat ze een herstelingreep na de bevalling.
Hoe was jullie vakantie? Mijn column-vakantie was enerverend, want – om maar met de deur in huis te vallen – ik heb een nieuwe vagina gekregen. Jazeker! Nou ja, nieuwe vagina is wat overdreven. Het is nog wel dezelfde vagina natuurlijk, maar ze hebben haar weer opgelapt na de bevalling. In de categorie ‘columns die je nooit dacht te schrijven’.
Lees ook: Baby aan boord #41: Momcation
Even terug naar het begin. Hoe zat het ook al weer? Misschien heb je mijn column over de flap gelezen? Ik die naar de huisarts ging met pijnklachten en witbleek thuiskwam na de melding dat de klachten van een – ik citeer de huisarts – ‘flapje’ tussen mijn benen kwamen. Die column eindigde met een doorverwijzing naar de gynaecoloog. Dit is hoe het verder ging.
Het flapje bleek een gezellig stukje maagdenvlies, wat door het persen tijdens de bevalling iets naar voren was gekomen (!) en was niet het probleem. Nee, het litteken van de scheur heelde niet super en was stug en dik. Daar kwamen de pijnklachten dus vandaan. We hebben een paar maanden gewacht om te kijken of het litteken soepeler zou worden als mijn hormonen weer meer in balans zouden komen, maar helaas. Er was toch een ingreep nodig. De gynaecoloog deed daar behoorlijk appeltje-eitje over, maar ik was iets minder enthousiast. Geen zin in nog meer polonaise aan mijn vajayjay en het schrikbeeld van hoe het tussen mijn benen voelde na de bevalling. Maar aan de andere kant vond ik het ook fijn dat ze me konden helpen. Want pijn bij tampons en seks kan toch niet de bedoeling zijn? Dat waren we met elkaar eens.
De dag van de ingreep. Ik meld me en word naar een ruimte vol bedden gebracht. Ik ben de eerste van de dag. Mooi, denk ik. Dan is iedereen nog lekker fris tijdens de operatie. Ik mag naar de behandelkamer lopen en mij daar vanaf de middel uitkleden. Met mijn blote kadetjes klim ik op het bed. Ik krijg een infuus, want ik ga onder een lichte narcose. Daar zie ik nog het meest tegenop, want ik vind het doodeng dat er iets in mij gespoten wordt en dat ik vervolgens alle controle kwijt ben. Na nog wat nerveuze smalltalk en mijn vraag of ik niet met mijn benen in de beugels moet, want op deze manier kunnen ze er toch slecht bij ('Mevrouw, dat doen wij allemaal als u slaapt'), spuiten ze de vloeistof in mijn infuus. Ik zeg nog: ‘Jullie worden echt meteen wazig.’ En boem, weg ben ik.
Lees ook: Baby aan boord #40: Mijn kind is beter
Voor mijn gevoel word ik een seconde later wakker op de uitslaapkamer. Als de eerste wazigheid weg is, doe ik de dekens omhoog om even te kijken. Ik zie niets geks. Ze hebben er dus in ieder geval geen arm aangenaaid. Het brandt een beetje, meer niet. Tot nu toe valt het me allemaal reuze mee. Na een krentenbol en een paar theetjes mag ik al naar huis. Gelukkig maar, want ik kom er snel genoeg achter dat niet iedereen even gezellig uit zijn narcose komt. De vrouw naast mij snikt met diepe halen dat ‘ze het niet goed heeft gedaan in het leven’. Oef.
De gynaecoloog komt informatie geven over de nazorg en loopt net binnen als ik in mijn onderbroek stap.
'O sorry!' Ze draait zich meteen weer om.
'U mag wel blijven, hoor. U hebt net toch alles gezien.'
'Dat is waar. We kennen u inmiddels vanbinnen en buiten.'
Ik moet lachen. De gynaecoloog heeft humor. Je kan ze er niet op uitkiezen, maar het is een bonus als ze het hebben. Als het om vagijnen gaat, mag het van mij wel wat luchtiger. Pun intended.
Ik krijg wat recepten voor het betere smeerwerk en een officiële doei.
'En nou niet meteen zwanger worden, hè!' zegt de verpleegster bij mijn vertrek.
Ik moet lachen. 'Ik hoop dat het me nog een keer gegund is, maar voorlopig zien jullie mij hier niet meer terug.' Hopelijk kan ik de bevalling, negen maanden later, nu écht afsluiten.
Lees hier meer van Marloes Berghege.