Défano Holwijn: 'Vroeger vond ik vriendschap een illusie'
Multitalent Défano Holwijn (29) heeft één grote inspiratiebron en dat is zijn moeder. Net als zij wil hij komend jaar andere mensen helpen, maar hij wil ook zelf vaker hulp aannemen.
'Ik heb ooit gezegd dat werken bij de televisie de Champions League is voor mij. Eindelijk is het zover en staan er televisieprogramma's op de planning. Voorheen kwam een tv-carrière niet van de grond omdat traditionele media youtubers en influencers niet zo serieus namen. Mijn deelname aan Expeditie Robinson was een springplank voor meer bekendheid. Al boeit de fame me niets. Ik wil gewoon vette dingen maken en bij de televisie zijn de budgetten nou eenmaal groter. Mijn droom is om ooit een programma te maken met kinderen. Als ik met kinderen praat, is alles veel authentieker dan met volwassenen. Maar dat kan ook aan mij liggen, haha.
Lees ook: Bilal Wahib: 'Soms denk ik: kut, was alles maar anders gelopen'
Mijn grootste inspiratiebron is mijn moeder, ik bewonder hoe moeiteloos ze dingen voor anderen doet. Zo wil ik ook zijn. In Amsterdam-Zuidoost, waar ik geboren ben, heerst een kansarm stigma. Ik wil de jeugd laten zien hoe het ook kan, welke mogelijkheden er zijn als je in jezelf investeert en een positieve mindset houdt. Op mijn Insta deel ik sinds kort 'geluksdagen': ik laat mensen hun wens insturen en die laat ik dan uitkomen. Dat kan van alles zijn, van kaartjes voor concerten tot nieuwe schoenen. Laatst wilde iemand een video met een 'hoi' van mij. Nou, dat doe ik dan gewoon. Mensen zien mij als bekende Nederlander, maar ik voel me gewoon Défano, een gappie uit de buurt. Als ik iemand kan helpen of blij maken, waarom zou ik dat dan niet doen?
In 2022 wil ik ook meer hulp aannemen. De grootste les die ik leerde van Expeditie Robinson was: je kunt het niet alleen. Eerst vond ik vriendschap een illusie. Ik dacht: aan het einde van de dag sta je er toch alleen voor. Maar je hebt mensen nodig om grote dingen te bereiken.
Wat ik er ook leerde is om vaker mijn emoties delen. Van kinds af aan heb ik altijd alles weggepropt. Ik stond slecht in contact met mijn gevoel, waarvoor ik ook bij een psycholoog liep. Dat komt door vroeger: mijn stiefvader had last van psychoses, wat effect had op het hele gezin, maar daar hebben we nooit over gesproken. Het was er gewoon. Ik was een binnenvetter. Ik dacht altijd: als er iets vervelends gebeurt, heeft het geen zin om daarover te praten. Tot Expeditie Robinson dus. Ik kan nu veel blijer zijn om dingen. Of verdrietiger. Hiervoor was ik heel gematigd in alles. Ik was altijd al een positieveling, maar ik voel het meer. Toen ik terugkwam van de opnames heb ik tegen mijn moeder gezegd dat ik trots op haar ben. Dat was een heel emotioneel gesprek, het heeft ons dichter bij elkaar gebracht.
Lees ook: Bizzey: 'Van vrije tijd word ik een leuker mens en een betere vader'
Op privégebied gaat er ook genoeg veranderen. Ik wil graag een nieuw huis kopen in Amsterdam. Bizar eigenlijk, dat ik het in deze fucked up huizenmarkt op mijn negenentwintigste kan permitteren om in mijn eentje een huis te kopen. Ik ben daar heel dankbaar voor, maar ik weet ook dat ik er hard voor heb gewerkt.'