Baby aan boord #19: De bevalling
Marloes is zwanger van haar eerste kind. En in verwachting zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar zwangerschap. Deze keer: de bevalling.
Een bevalling is als een marathon. Deze zin heeft mij maandenlang gerustgesteld. Want marathons, die kan ik lopen! Heb ik al meerdere keren gedaan, dus – was mijn redenering – komt het met die bevalling ook wel goed. What was I thinking?!
Lees ook: Baby aan boord #18: De laatste loodjes
Misschien, heel misschien, komt een marathon een beetje in de buurt bij een bevalling als je bij kilometer 40 een bus in moet stappen, in elkaar wordt geslagen en weer terug wordt gebracht naar kilometer 1 om het nog een keer te proberen, zonder zeker te weten of je deze keer wél mag finishen. Zo voelde ik me in ieder geval toen mij na een halve nacht weeënopwekkers werd medegedeeld dat ik pas 2 centimeter ontsluiting had. Voor de mensen die niet helemaal thuis zijn in ontsluiting: je hebt er 10 nodig om te kunnen gaan persen en ik kwam het ziekenhuis binnen met 1. Conclusie: Dit ging nog heel lang duren.
Even terug. Hoe begon het? Met een week overtijd kon ik mijn geluk niet op toen bleek dat ik niet in mijn broek had geplast, maar dat mijn vliezen waren gebroken. Hoera! Ein-de-lijk. Ik kon het wachten op de baby in dit stadium nog maar nauwelijks aan. Omdat de baby in het vruchtwater had gepoept, konden we meteen door naar het ziekenhuis en werd ik bij gebrek aan weeën direct ingeleid.
Dat bleek geen feest. Nu was dat op zich geen verrassing, maar hoezeer het geen feest was, was wel een verrassing. De weeënopwekkers gingen met gestrekt been aan de slag in mijn lichaam. De verpleegster die ieder halfuur de dosis weeënopwekkers kwam ophogen, wilde ik na een uur al het raam uitduwen. Mijn positiviteit en de suggesties van mijn man werden met de minuut minder. De bevalling bracht, op zijn zachtst gezegd, niet het beste in mij naar boven.
Het duurde dus lang. Ik zal jullie de geuren en de kleuren onthouden, want die zijn niet heel charmant, maar een klein tipje van de sluier voor jullie beeld: er was kak, er waren scheuren hier en daar, er was een katheter en nog heel veel meer dingen die mijn man, omdat hij van mij houdt, claimt niet gezien te hebben.
Lees ook: Baby aan boord #17: Nesteldrang
Nu ben ik niet iemand die geurkaarsen in de vluchtkoffer had gestopt, maar dit was wel ‘next level’. Het was gewoon oorlog en de aanvallen bleven maar komen. Ik heb iedere centimeter van het plafond gezien, de hand van mijn man kapot geknepen en de tweede stem voor mijn rekening genomen in het ‘pufkoor’, bestaande uit het medisch team, mijn man en ik. En toen opeens was het over. Het vuren werd gestaakt en vanaf mijn borst keken twee grote ogen mij aan. Het avontuur met zijn drietjes ging nu echt beginnen.
Een groot gezin leek mij altijd wel wat, maar op dat moment met ons kleine meisje op mijn borst, vond ik dat eentje ook wel genoeg was. Deze was al zo perfect, dat konden we vast niet nog een keer. En daarnaast: Dit. Nooit. Meer. Maar ja, dat zei ik ook na mijn eerste marathon…
Lees hier meer van Marloes Berghege.