Dreumesdingen #1: De moederfiets
Marloes is nu 12 maanden moeder van Kiki. Mama zijn blijkt fantastisch, doodeng, zwaar, hilarisch en vol met plottwists. Voor &C schrijft ze over haar leven als moeder. Nu Kiki één is en officieel baby-af, heet Marloes' column vanaf nu 'Dreumesdingen'. Vandaag gaat ze op zoek naar de perfecte moederfiets.
Kiki zit nu al een tijdje. Haar hoofd lijkt niet meer te zwaar voor haar nek, dus is het tijd om haar mee te gaan nemen op de fiets. It ain’t much if it ain’t Dutch, toch? Sinds haar geboorte kijk ik hier al ontzettend naar uit. Lekker samen door de stad crossen terwijl ik af en toe een kusje op haar hoofd plant. Alleen nog even een fiets vinden en dan kunnen Kiki en ik los. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan.
Eerst ga ik het wereldwijde web op voor onderzoek. Want zal ik gewoon een zitje op mijn huidige barrel knallen of toch gaan voor een flitsende ‘moederfiets’? Lage instap, elektrisch, zeven versnellingen of toch maar drie? Ik weet het niet. Veel te veel opties wat mij betreft.
Lees ook: Baby aan boord #49: Kiki wordt 1 jaar
Mijn man stelt voor om er eens een paar te proberen. We maken een afspraak bij een showroom van een online fietsenwinkel. Bij aankomst staan er drie fietsen voor me klaar met een zitje voorop. Als ik op de eerste wil opstappen, merk ik meteen dat ik mijn gebruikelijk ‘hupje-hupje-en-opstappen’ niet kan doen. Maar wat dan wel? Paniek! Binnen no-time zit mijn voorgevel geklemd tussen mij en het zitje en kom ik zeer onhandig tot stilstand.
‘Poeh, moeilijker dan ik dacht,’ zeg ik tegen de verkoper met een schaapachtige lach. Ik hoop dat hij mij gerust kan stellen door te zeggen dat iedereen even moet wennen, maar dat doet hij niet. ‘Misschien moet je een ander model proberen.’ Ik krijg een tweede fiets in mijn handen gedrukt.
Deze ronde lukt het in ieder geval om een stukje te fietsen. Maar hoe kom ik er nou weer vanaf? Ik voel de paniek weer opkomen, want ik weet het niet. Ik eindig wederom met mijn voorgevel geplet in een zeer onhandige noodlanding. Mijn man schudt zijn hoofd: ‘Hoe stap je normaal dan op en af?’ vraagt hij. ‘Met hupjes,’ zeg ik. Hij schudt nog een keer zijn hoofd. We vertrekken zonder fiets en ik mét een nieuw complex: heel Nederland fietst met zijn kind voorop en mij lukt het niet. Ik snap er niets van.
Ik doe in Amsterdam alles op de fiets, dus ik zet mijn zoektocht voort. Er moet toch een fiets zijn waarbij op- en afstappen niet een bijna-doodervaring is? Ik loop meerdere fietsenwinkels in, maar helaas is er in mijn, ik citeer ‘zeer kleine maat’, niets op voorraad. De complexen blijven maar komen. Bestellen kan, maar bestellen is ook betalen en daar heb ik dan weer geen zin in.
Lees ook: Baby aan boord #48: Babytaal
Eindelijk vind ik een fietsenwinkel met voorraad. Ik wijs een fiets aan die ik wil proberen en zodra ik erop zit, voel ik dat we een match hebben. Ik kan makkelijk met mijn voeten bij de grond (vrij nieuw voor mij) en hoef dus niet helemaal af te stappen als ik wil stoppen. Dit is ‘m. Helemaal in de gloria kom ik thuis met mijn nieuwe aanwinst met alles erop en eraan: windscherm, kek stoeltje voor Kiki, zelfs een krat.
‘Dat is mooi,’ zegt mijn man. ‘Dan kan jij Kiki morgen naar het kinderdagverblijf brengen.’ Ja, nee. Ho. Het zweet breekt me uit. Als Kiki in dat zitje zit, dan zijn noodlandingen geen optie. Wat nou als we vallen? Ik zeg dat ik niet durf. Mijn man ziet het probleem niet. Ik kan toch fietsen? Ja, doei. Hij kan ook gewoon zijn mond houden. Het bleef die avond nog lang gezellig…
De volgende dag besluit ik dat het inderdaad wel stom is om een moederfiets te hebben en er vervolgens niet met je kind op te durven fietsen. Ik moet gewoon doorzetten. Ik zet Kiki in het zitje en begin met samengeknepen billen te fietsen. Hoe langer ik erop zit, hoe meer ik tot rust kom. Halverwege span ik nog maar één bilhelft aan. Winst! Kiki smeert bij wijze van support een derrie van speeksel en beschuit aan mijn vinger en ik plant eindelijk mijn geromantiseerde kusje op haar hoofd. Het heeft even geduurd, maar we fietsen.
Lees hier meer van Marloes Berghege.