Thomas: 'Hij kan nauwelijks bewegen, dus ik takel hem uit zijn bed'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Mevrouw Sloot (87) barst in snikken uit aan het ontbijt. Voorover gebogen aan tafel brult ze het uit, de tranen vallen op haar boterham. 'Ik ben zo bang dat ik binnenkort op straat sta,' snottert ze.
'Hoe komt u dáár nou bij?'
Lees ook: Thomas: 'Godsdienst ligt gevoelig, voor je het weet heb je ruzie'
'Ik heb steeds meer hulp nodig,' zegt ze. Ze snuit haar neus. 'Straks wordt het te veel voor jullie.'
'Zo werkt dat niet,' zeg ik. 'U woont hier juist omdat u hulp nodig heeft. U mag hier de rest van uw leven blijven wonen.'
Mevrouw Sloot kijkt me onderzoekend aan. Ze probeert van mijn gezicht af te lezen of ik de waarheid spreek; ze vertrouwt het niet.
'Kom, we gaan even bij meneer Van Vliet langs,' zeg ik.
'Meneer Van Vliet? Waarom?'
'Dat ziet u zo wel.'
Meneer Van Vliet (91) ligt in bed en kijkt ons vriendelijk aan.
'Goedemorgen, meneer Van Vliet.'
'De morgenstond heeft goud in de mond,' zegt hij.
'Ik heb mevrouw Sloot meegenomen, vindt u dat goed?'
'Hoe meer zielen, hoe meer vreugd,' antwoordt hij. Door dementie spreekt hij alleen nog maar in spreekwoorden, zoals je merkt. Hij kent er een stuk of tien. Dat is minder lastig dan het lijkt, want sommige spreekwoorden zijn van toepassing op vrijwel alle situaties, zoals: spreken is zilver, zwijgen is goud.
Ik ga meneer Van Vliet in zijn rolstoel helpen; in de zorg noemen we dat een transfer. In een verpleeghuis ben je de hele dag bezig met transfers: van bed naar stoel, van stoel naar wc, van wc naar stoel, van stoel naar bed, van bed naar po en van po weer naar bed. Bewoners die nog best goed kunnen staan, kun je met een soort steekwagentje van hun bed naar de stoel draaien. Of je gebruikt een tillift: een takelwagentje waarmee je de bewoner van zittend naar staand kunt takelen. Meneer Van Vliet kan zich nauwelijks nog bewegen, daar bestaat gelukkig ook een tillift voor.
'Herejee,' zegt mevrouw Sloot, als ik de takelwagen de kamer binnenrijd.
Onder meneer Van Vliet leg ik een tilmat, daar zitten haken aan die ik aan de lift bevestig. Zo takel ik hem uit bed.
Mevrouw Sloot bekijkt het tafereel met grote ogen achter haar brillenglazen. 'Arme stakker,' mompelt ze, en ze schudt haar hoofd.
Lees ook: Thomas: 'Ze schrokt de boterham zonder handen naar binnen'
Bungelend in de lucht steekt meneer Van Vliet zijn wijsvinger omhoog. 'Spreken is zilver, zwijgen is goud,' zegt hij. Boven zijn stoel laat ik hem weer zakken.
Eenmaal in de stoel ruim ik de takelwagen weer op, krijgt hij een slab voor en gaan we met een bord pap aan de slag. Dat duurt altijd even, want meneer Van Vliet heeft niet de beste slikreflex op aard; elke hap houdt hij een paar minuten in zijn mond.
'Ik hoop niet dat u haast heeft,' zeg ik tegen mevrouw Sloot.
Als we klaar zijn, breng ik mevrouw Sloot terug naar haar kamer. Ze stiefelt achter haar rollator naast me.
'Ik ben nog best kwiek voor mijn leeftijd,' zegt ze.
Lees hier meer columns van Thomas.