Thomas: 'Ik had 't uiterlijk van een meisje en de stem van een jongen'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Iemand wist me te vertellen dat transgenders tegenwoordig heel normaal zijn. ‘Daar kijkt echt niemand meer van op,’ zei ze. ‘Je moet niet denken dat je speciaal bent.’ Toen moest ik denken aan de bank en Zwarte Piet.
De bank eerst. Ik begon mijn transitie een paar jaar geleden met hormonen. Eerst leek er niets te veranderen behalve mijn stem, die begon te piepen en te kraken en daalde elke week een paar octaven. Zo liep ik een paar maanden rond met het uiterlijk van een meisje en de stem van een puberjongen. Dat zorgde voor problemen toen ik belde met de bank. De medewerker zag in zijn administratie dat ik een vrouw was, maar ik klonk als een man.
Ik legde uit dat ik in transitie was. ‘Maar ik heb liever niet dat u daar een notitie van maakt,’ zei ik. Dat iedere medewerker van de bank zou kunnen lezen dat ik transgender was, vond ik een vervelend idee. Ik werd een paar keer doorverbonden, waardoor ik het verhaal drie keer moest doen.
Lees ook: Thomas: 'De overgang naar de heren-wc was een cultuurshock'
Anderhalf jaar later was mijn transitie klaar en waren ook mijn naam en geslacht officieel gewijzigd. Met mijn nieuwe paspoort moest ik naar de bank.
‘Ik heb een afspraak om mijn gegevens te wijzigen,’ zei ik tegen de mevrouw achter de balie.
‘Welke gegevens?’ vroeg ze.
‘Naam en geslacht.’
Even later zat ik in een kantoortje met een accountmanager. Nadat hij mijn gegevens had aangepast, vroeg ik of hij de telefoonnotities wilde verwijderen waarin stond dat ik transgender was.
‘Nee, nee,’ zei hij, ‘daar hebben we geen notities van. Transseksualiteit valt onder bijzondere persoonsgegevens, die mogen wij niet opnemen in onze administratie. Dat is strafbaar!’
‘Kijk toch maar even,’ zei ik, want ik was door schade en schande wijs geworden.
Lees ook: Thomas: 'De stagiair riep: BEN JIJ TRANSGENDER?'
De accountmanager bladerde door de notities in mijn dossier en bloosde. Iedere medewerker die ik had gesproken, inclusief de mevrouw achter de balie van tien minuten eerder, had in mijn dossier genoteerd dat ik transgender was. Toen voelde ik me inderdaad heel speciaal.
De vrouw die zei dat ik niet moet denken dat ik speciaal ben, vond dat ze beter dan ik kon beoordelen of transgender mensen tegenwoordig als normaal worden beschouwd. Zij was de expert. Daar moet ik telkens aan denken als ik iemand hoor uitleggen dat Zwarte Piet niet kwetsend is.
‘Ik leer mijn kinderen dat Zwarte Piet zwart is omdat hij door de schoorsteen komt,’ hoorde ik een man in de trein zeggen. ‘Daar is niets racistisch aan.’ Hij vertelde dat Zwarte Piet niet op een slaaf lijkt, dat het bovendien al tweehonderd jaar geleden is dat de slavernij werd afgeschaft en dat iedereen in Nederland dezelfde kansen krijgt. Dat is allemaal niet waar, maar daar gaat het niet eens om. Het gaat erom dat ik me telkens afvraag: waarom denk jij hier opeens de expert te zijn?
Deze column verscheen eerder in juli 2020. Lees hier meer columns van Thomas.