Thomas: 'Ze krijgt het voor elkaar om alle foute vragen te stellen'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
'Maar jij bent zelf toch niet transgender?' vraagt Wendy. We zijn aan het werk in kamer acht, daar woont mevrouw Dingemans. Wendy staat aan de ene kant van haar bed en aan de andere kant sta ik. Ze heeft op Instagram gelezen dat mijn boek over een transgender jongen gaat.
'Jawel,' zeg ik.
Lees ook: Column Thomas: 'Inmiddels schaam ik me voor mijn gedachte'
Daarna gaat het zoals het altijd gaat. Zij vraagt: Nee, toch? Echt? Meen je dat nou? Serieus? En ik zeg: ja, ja, ja, ja.
Vroeg of laat gaat iemand me googelen en dan komen ze erachter dat ik transgender ben. Die gedachte komt weleens bij me op als ik ergens nieuw ben. Ik schaam me niet voor mijn achtergrond, maar ik weet dat niet iedereen even sympathiek is. Daardoor heb ik soms het gevoel dat het me boven het hoofd hangt als potentieel gezeik.
'Hoe heette je vroeger dan?' vraagt Wendy.
'Nou, eh…' zeg ik. Ik houd mevrouw Dingemans' pyjama omhoog en bekijk hem kritisch. 'Kunt u deze nog een keer aan of zal ik een schone pakken?'
'Webwawafoe!' zegt mevrouw Dingemans enthousiast. Ze heeft geen flauw idee waar wij het over hebben, want ze zit in het laatste stadium van dementie. Haar hersenen zijn zo beschadigd dat ze niet meer kan denken. Lopen en praten kan ze ook niet meer. Heel soms zegt ze drie verstaanbare woorden achter elkaar, maar meestal is het gebrabbel. De pyjama is toch een beetje smoezelig. Ik pak een schone uit de kast.
'Dus eigenlijk ben je geen homo,' zegt Wendy.
Ik schiet in de lach. 'Hoort u dat, mevrouw Dingemans?' vraag ik, en die begint ook te schateren. Het is me opgevallen dat ze mijn gezichtsuitdrukking overneemt als ik haar aankijk: als ik mijn wenkbrauwen optrek doet zij dat ook en als ik lach, lacht zij ook. Daarom kijk ik altijd zo vrolijk mogelijk naar haar en nu Wendy zulke hilarische vragen stelt, is dat niet zo moeilijk.
'Ik ben nu gewoon een jongen, dus ik ben gewoon homo.'
'O,' Zegt ze peinzend, 'O ja. Maar hoe heette je vroeger nou? Dat kun je toch wel zeggen?'
Lees ook: Thomas: 'Ze is de drol in de wasbak aan het prakken met een vork'
'Kijk, het zit zo. Veel transgender mensen hebben vervelende herinneringen aan vroeger, omdat ze toen niet gelukkig waren. Dat geldt ook voor mij. Door te vragen naar hoe ik vroeger heette, breng je me terug naar die tijd. Daarom vind ik dat geen prettige vraag.'
'Zo had ik het niet bekeken,' zegt ze. 'Maar heb je ook een je-weet-wel?'
Ik schiet weer in de lach en mevrouw Dingemans giert mee.
'Waarom lach je nou zo?' vraagt Wendy.
'Zomaar.' Ik vind het heel schattig. Wendy in haar roze verpleeguniformpje, die ernstige frons op haar voorhoofd en dat ze het voor elkaar krijgt om precies alle foute vragen te stellen. Ik smelt. 'Ja, ik heb een je-weet-wel. Ik ben helemaal af.'
'Wat fijn.'
Intussen heeft mevrouw Dingemans haar schone pyjama aan.
'Nou, mevrouw Dingemans,' zeg ik. 'Dat hebben we maar weer gehad.'
'Ja!' zegt ze opgewekt.
Lees hier meer columns van Thomas.