Thomas: 'Boven de dekens zag ik de blote witte schouders van een man'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Van de receptionist kreeg ik per ongeluk de sleutel van een hotelkamer waar al iemand in bed lag. De kamer was klein, dus toen ik binnenstapte stond ik meteen aan het voeteneind. Boven de dekens zag ik de blote witte schouders en het hoofd van een man. Hij keek me verbijsterd aan en riep: 'hé!'
'O, sorry,' mompelde ik, en ik stapte achteruit over de drempel en deed de deur weer dicht.
'De kamer die u me heeft gegeven is bezet,' zei ik tegen de receptionist. 'Daar ligt al iemand in bed.'
Even later stond ik in mijn nieuwe kamer onder de douche. 'Vreselijk,' zei ik. Als ik iets heel ongemakkelijks heb meegemaakt, begin ik in mezelf te praten. 'Vreselijk, vreselijk, vreselijk.'
Lees ook: Thomas: 'De pik van de blote man had de vorm van een deurknop'
De volgende ochtend voelde het niet meer zo vreselijk. Het was eigenlijk best een grappig verhaal, dacht ik bij mezelf, en als ik het aan iemand vertel, moet ik er zéker bij vermelden dat het in België plaatsvond.
Gelukkig worden ongemakkelijke situaties later bijna altijd een grappig verhaal. In de trein naar huis las ik een verhaal van Griet op de Beeck en toen moest ik daar opnieuw aan denken. Het ging over een vrouw die eindelijk een leuke man had gevonden. Daar gingen een heleboel nare mannen aan vooraf ('Tijdens de allereerste vrijpartij sloeg hij haar keihard in het gezicht, pas daarna kon hij klaarkomen.'), maar deze nieuwe man is het helemaal. Op de eerste date delen ze al hun geheimen en hij redt zelfs een eendje.
Ze zijn vijf maanden samen als ze met hem meegaat naar een etentje bij zijn baas. Wanneer ze in de villa van die baas naar de wc gaat om te plassen, ziet ze een drol in de pot liggen. Ze spoelt een paar keer door maar dat helpt niets. Intussen klopt de vrouw van de baas op de deur. Omdat ze niet wil dat die vrouw denkt dat het háár drol is, zit er niets anders op dan hem uit de pot te vissen. Gelukkig heeft ze in haar handtas een plastic zakje.
Lees ook: Thomas: 'De boodschap van NikkieTutorials is juist iets heel anders'
Tot hier snap ik haar wel. Op kantoor maak ik de wc ook altijd schoon ook al heb ik hem zelf niet vies gemaakt, omdat ik bang ben dat er anders na mij iemand komt die denkt dat ík dat heb gedaan.
Aan het eind van de avond stapt de vrouw weer met haar vriend in de auto. Je zou denken: nu is de drol in de handtas een grappig verhaal geworden. Maar de vrouw vertelt haar vriend níet over de drol. Ze wil zelfs koste wat kost voorkomen dat hij erachter komt. Daar vallen bijna doden bij, want als ze even later worden overvallen op een tankstation wil ze haar handtas niet afgeven. Onbegrijpelijk. Ik zou het mijn vriend meteen vertellen als ik een drol in mijn tas had.
Lees hier meer columns van Thomas.