Thomas: 'Alzheimer heeft een enorm gat in haar geheugen geslagen'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
'Ik ga naar huis,' zegt mevrouw Van Logteren. Ze heeft haar tas onder haar arm geklemd en haar jas hangt over het plankje van haar rollator.
'Naar huis?' vraag ik.
'Naar mijn ouders.'
Mevrouw Pitstra, die zelf ook vaak aanstalten maakt om naar haar ouders te vertrekken, zit aan tafel met een kopje koffie en bekijkt mevrouw Van Logteren meewarig. 'Dat kan nooit,' zegt ze zachtjes tegen mij, 'dat die ouders er nog zijn.'
'Nu meteen?' vraag ik aan mevrouw Van Logteren. 'Wilt u niet nog even koffie met ons drinken?'
Lees ook: Thomas: 'Tot mijn schrik had het washok op de camping open douches'
Dat wil ze wel. Aan de koffie vertelt ze dat ze bij twee verpleegsters werkt in een rusthuis voor oude mensen.
'Wat toevallig,' zeg ik. 'Ik werk ook in een rusthuis voor oude mensen.'
Dat vindt zij ook heel toevallig. 'Ik wil liever naar de hbs, maar daar hebben mijn ouders geen geld voor. Ik maak de bedden op en ik werk in de keuken. Aardappels schillen, groente schoonmaken. Het vlees doe ik niet, dat doen de zusters zelf. Bij mij is het nooit gaar.' Opeens begint ze te huilen.
'Waarom huilt u?'
'Ik ben helemaal alleen.'
'Nee hoor, ik ben er ook.'
'Wil je mij wel vaker zien?'
'Hoe bedoelt u?'
'Je hoeft geen u te zeggen. Ik ben nog maar drieëntwintig. Nee, vierentwintig. Of… Nou ja, over de twintig. Ik heet Mien.'
Mevrouw Van Logteren is een tijdreiziger, net als de jongen in de Netflix-serie Dark. Hij is per ongeluk door een portaal in het bos terug in de tijd gereisd, naar het jaar 1986. Hij wandelt terug naar het dorp waar hij woont, langs de straten en huizen die hij kent, maar alles ziet er anders uit dan hij gewend is. In het huis waar hij woont, wonen andere mensen: zijn grootouders. Op de oprit treft hij toevallig zijn vader en moeder, die een paar jaar ouder zijn dan hij en net verkering hebben.
Lees ook: Thomas: 'Straks mag ik haar bed niet meer aanraken'
De jongen is helemaal alleen. Niemand kent hem: in deze tijd heeft hij geen verleden. Zo is mevrouw Van Logteren ook helemaal alleen. Zij heeft juist een sprong gemaakt naar de toekomst: door het enorme gat dat alzheimer in haar geheugen heeft geslagen, kent ze alleen haar verre verleden nog. Ze zal nooit meer iemand tegenkomen die ze herkent, want de mensen die ze in 1950 kende zijn er niet meer. Ze zijn 70 jaar ouder of dood.
Later op de dag staat ze weer op de gang met haar tas en haar jas. Ze huilt. 'Ik ben zo bang,' zegt ze.
'Waarom, Mien?'
Ze kijkt op. 'Ken jij mij?'
'Ja, u bent Mien. Mien van Logteren. U werkt bij twee verpleegsters in een rusthuis voor oude mensen.'
'Ja, ja!' Haar gezicht licht op en ze pakt mijn arm. 'Dat klopt. Jij kent mij.'
Deze column verscheen eerder in juni 2020. Lees hier meer columns van Thomas.