Thomas: 'We zouden de criminele organisatie samen oprollen'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
'Ik mag haar niet,' zei mevrouw Kieft. Ze zat naast me in de leunstoel met haar benen omhoog, haar voeten lagen op het plankje van haar rollator.
'Wie?' vroeg ik.
'Die lange,' zei ze, en ze wees naar mevrouw Visscher, die in de gang stond te prutsen.
Demente mensen kunnen heel lang staan te prutsen. Je vergeet meteen dat iets niet is gelukt, maar komt wel telkens weer op het idee om het te proberen. Zo kun je voor eeuwig met hetzelfde bezig zijn. Op mijn eerste werkdag dacht ik dat ik meteen te hulp moest schieten, maar het is heel moeilijk om erachter te komen wat er precies moet gebeuren.
Lees ook: Thomas: 'Boven de dekens zag ik de blote witte schouders van een man'
'Als je een naam zoekt en je hebt het gevoel tevergeefs in een lade te scharrelen, dan zit je nog altijd goed. De essentie blijft dat je over die lade beschikt, dat je die ene schuif bezit waarin je al jouw namen en data hebt opgeslagen. Bij alzheimer, of dementie, is de hele kast weg,' schrijft Dimitri Verhulst in De laatkomer. Wanneer iemand hier om zeep vraagt, hoef ik meestal niet met zeep aan te komen. Eerst moet ik een potje hints spelen. Wilt u echt zeep? Nee. Is het een kledingstuk? Kun je het eten? Kun je het drinken? Ja? Koffie of thee? Nee. Een sapje? Appelsap? Sinaasappelsap? Nee, nee, nee. Melk? Ja! Oké. Zeep betekent melk.
'Zij is niet lang,' zei ik. 'Mevrouw Visscher is een kleine vrouw.'
Mevrouw Kieft keek me verbaasd aan en keek daarna weer naar het vrouwtje op de gang. 'Die stelten!'
Zulke lange benen heeft mevrouw Visscher niet. Ze had gewoon een heel hoge broek aan.
'Dat is optisch bedrog,' zei ik. 'Ik zal het u laten zien.' Ik stond op, liep naar mevrouw Visscher en ging naast haar staan. Met 1.80 ben ik niet klein, maar ook zeker niet lang. Mevrouw Visscher is twee koppen kleiner dan ik. Triomfantelijk keek ik mevrouw Kieft aan.
'O,' zei ze. 'Ja.'
Toen ik weer naast haar zat, wenkte ze dat ik dichterbij moest komen.
Lees ook: Thomas: 'De pik van de blote man had de vorm van een deurknop'
'Ze hebben mijn geheugen gewist,' zei ze zacht. 'Ik liep op straat en alles was opeens wit, van boven tot onder. Ik zag alleen de grijze rand van de stoep en de bus die wegreed. Ze hebben mijn geheugen gewist en mijn geld gestolen.'
Als mijn leven een Netflixserie was, zou ik de komende tijd eigenaardige dingen ontdekken. Ik zou een verdachte man met een koffer de kamer van mevrouw Kieft zien binnengaan. En bij het wassen van haar haren, zou ik een chip onder haar hoofdhuid ontdekken. Uiteindelijk zou ik die man op heterdaad betrappen met de geheugenwismachine en een dikke morfinespuit in zijn nek steken, en ontsnappen met mevrouw Kieft. Ik zag ons al lopen, buiten. Zij aan mijn arm in haar gebreide pluizige vest. De criminele organisatie die geheugens van oude mensen wist om hun geld te stelen, zouden we samen oprollen.
Maar ja, mijn leven is geen Netflixserie.
'Ik mag haar niet,' zei mevrouw Kieft.
'Wie?' vroeg ik.
Ze wees naar mevrouw Visscher, die nog steeds in de gang stond te prutsen. 'Die lange.'
Deze column verscheen eerder in februari 2020. Lees hier meer columns van Thomas.